De tijd begint te dringen: Nederlandse gemeenten moeten aan de slag met een integrale visie op laadinfrastructuur. Dat is hard nodig om het groeiende aantal elektrische rijders in hun laadbehoefte te kunnen voorzien. En als het aan adviseur EV Willem Knol ligt, blijft het niet bij een visie alleen.
In de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) is afgesproken dat elke gemeente eind 2020 een integrale visie op laadinfrastructuur heeft vastgesteld, samen met het plaatsingsbeleid voor laadinfrastructuur. De deadline komt snel dichterbij en nog niet elke gemeente heeft een visie en beleid klaar.
Waarom is een integrale visie op laadinfrastructuur belangrijk?
‘Steeds meer mensen stappen over op elektrisch rijden, maar het aantal laadpalen groeit niet snel genoeg mee. Als elektrische rijder merk ik het tekort aan laadpalen zelf ook. Wanneer ik bijvoorbeeld bij familie op bezoek ga, is het soms moeilijk een beschikbare laadpaal te vinden. Het is daarom goed dat er in de NAL afspraken zijn gemaakt om de uitbreiding van een toekomstbestendig laadnetwerk sneller in gang te zetten.’
Wat houdt een integrale visie precies in?
‘In de visie die de gemeenten nu moeten maken, wordt de vraag naar de verschillende vormen van laden inzichtelijk gemaakt. Dus voor zowel publiek als privaat laden, maar ook voor alle verschillende soorten elektrische voertuigen. In de visie moet duidelijk worden hoe de gemeente in de laadbehoefte van die verschillende doelgroepen wil gaan voorzien. Dit gaat verder dan simpelweg het plaatsen van laadpalen aan de markt overlaten via een open-marktmodel of een concessie.’
Hoe borg je het beleid hiermee voor de toekomst?
‘Om elektrisch rijden mogelijk te maken, moet laadinfrastructuur proactief, bijvoorbeeld op basis van data, worden geplaatst. Dit kan met behulp van een prognose die de verwachte behoefte aan laadinfrastructuur in de komende 10-15 jaar in kaart brengt. Gemeenten moeten bovendien een plan maken hoe zij de komende jaren op de laadvraag kunnen inspelen en hoe zal worden samengewerkt met de markt. De visie heeft een zichttermijn van 10 tot 15 jaar en moet iedere 2 jaar worden herzien.’
Is met de visie het probleem opgelost?
‘De visie is één ding, goed beleid en daarna uiteraard uitvoering moeten daarop volgen om te kunnen zorgen voor laadzekerheid voor (toekomstige) elektrische rijders. Na de integrale visie moeten gemeenten een plaatsingsbeleid voor laadinfrastructuur opstellen, met een uitrolstrategie voor laadinfrastructuur. Net als de integrale visie moet het plaatsingsbeleid ook iedere 2 jaar worden geactualiseerd. Het opstellen van plaatsingsbeleid is essentieel om de laadinfrastructuur uit te rollen en toekomstige elektrische rijders zekerheid te geven over hun oplaadmogelijkheden.’
Hoe moeten gemeenten dit aanpakken?
‘Plankaarten helpen hierbij. Het in kaart brengen van geschikte locaties voor laadpalen, passend bij de verwachte laadbehoefte, helpt gemeenten bij een proactieve uitrol, doordat laadlocaties al bepaald zijn en bijbehorende procedures kunnen worden voorbereid.
Wij helpen vanuit Over Morgen gemeenten bij alle uitdagingen die hierbij komen kijken, van visie naar beleid en uitvoering. We hebben praktijkervaring bij een groot aantal gemeenten en maken hierbij niet alleen gebruik van onze kennis en expertise, maar onderbouwen dit altijd met data.
Laadinfra is altijd maatwerk. Het is mooi om te zien hoe we door doordacht te werken de laadinfrastructuur in Nederland op een slimme en toekomstgerichte manier kunnen vormgeven. Laden mag wat ons betreft nooit de drempel zijn om elektrisch te (gaan) rijden.’
Wil je meer weten of hulp bij het werken aan een goede laadinfrastructuur in jouw gemeente? Neem dan contact op met Willem.