Met de Provinciale Statenverkiezingen in zicht blikken onze adviseurs vast vooruit. Wat moeten toekomstig bestuurders meenemen in hun plannen? Adviseur Lara Sibbing trapt het drieluik af met haar aanbevelingen voor toekomstbestendige landbouw, waarbij we niet denken in meer luchtwassers of emissiearme stalvloeren, maar juist in nieuwe teelten, zelfoogsttuinen en kweekvlees van boerenerf.
2023 kan in Nederland het jaar van de landbouw worden. Er staat veel op het spel. Reikhalzend wordt uitgekeken naar het landbouwakkoord. Maar in afwachting daarvan kunnen provincies niet stil blijven zitten. Zij hebben de mogelijkheid een sleutelrol te spelen en in de nieuwe bestuursperiode nu echt de weg in te slaan naar een toekomstbestendige landbouw voor hun boeren en hun burgers.
Lef: bestuurders die kijken van bodem tot bord
Die landbouw van de toekomst vraagt de komende vier jaar om bestuurders met lef en lange termijnvisie. Bestuurders die een voedselsysteembril op hun neus zetten en kijken van bodem tot bord. Bestuurders die durven te gaan voor een systeem waarin een evenwicht hersteld wordt. Waarin de focus verschuift van hoofdzakelijk productie, naar de gezondheid van mens, dier en planeet. Waarin niet uitsluitend kwantiteit, maar ook kwaliteit centraal staat. Een systeem met lagere externe inputs, meer plantaardige productie en duurzaam bodembeheer. Waar weer meer verbinding tussen steden en hun achterland is en waar de stadsrandzonde hét gebied van de toekomst is. Niet denken in meer luchtwassers of emissiearme stalvloeren en daarmee nog verder in de lock-in komen, maar denken in nieuwe teelten, zelfoogsttuinen en kweekvlees van boerenerf. Niet in ‘dingen beter doen’, maar in ‘betere dingen doen’.
Durven denken in generaties
Die landbouw van de toekomst vraagt om bestuurders die het aandurven zelf heldere doelen te stellen en heldere doelen te vragen van het Rijk. Langetermijndoelen. Geen in steen gebeitelde stippen op de horizon, maar een horizon. Die duidelijkheid geeft en rust. Waar boeren en boerinnen naartoe kunnen bewegen. Dat vraagt om bestuurders die vooruit durven denken. Die in markten en economieën van de toekomst durven denken. Die durven denken in jaren, in decennia, in generaties.
Morgen aan de slag
Maar ver vooruit denken is niet genoeg. Er is nu werk aan de winkel. Daar zijn bestuurders voor nodig die de mens achter de boer weer centraal stellen. Die boeren en boerinnen weer perspectief bieden door hen persoonlijk advies aan te bieden via onafhankelijke partijen. Niet een keertje, maar meerjarig. Dat vraagt om bestuurders die naast de boer(in) gaan staan en hem of haar helpen om te schakelen naar duurzame landbouwvormen. Aan de slag gaan vraagt ook om bestuurders die échte innovatie ondersteunen en innovatie in haar hele breedte bezien. Technologische innovatie voor de ontwikkeling van nieuwe teeltmethoden, duurzame bemestingstechnieken en het gebruik van hernieuwbare energiebronnen. Maar óók sociale, culturele en organisatorische innovatie, zoals nieuwe producent-consument samenwerkingen en het aanpassen van eetpatronen.
Het kan: van plattelandscoaches tot korte voedselketens
Gelukkig laten verschillende provincies al zien dat het kan. Zo heeft Noord-Holland als doel dat in 2030 alle grondgebonden landbouw natuurinclusief is en trekt de provincie de komende twee jaar 2,7 miljoen euro uit voor projecten die bijdragen aan een duurzamere landbouw en kortere voedselketens. Zuid-Holland werkt in het programma Voedselfamilies met pioniers aan integrale oplossingen voor voedsel- en landbouwvraagstukken. Utrecht zet onafhankelijke plattelandscoaches in. Gelderland zet in op het verdubbelen van de afzet via korte voedselketens in één collegeperiode en Noord-Brabant stelde zichzelf als doel: 15% biologische landbouw in 2030. Mooie voorbeelden genoeg dus, die laten zien waar lef en lange termijn toe kunnen leiden.
Bestuurders aan zet
Zeker, de toekomstige bestuurders kunnen het niet alleen. Voor een toekomstbestendige landbouw hebben zijn hun ondernemers nodig, hun burgers, hun boeren, Den Haag, én Brussel. Maar het begin van de nieuwe bestuursperiode is bij uitstek het moment waarop juist zij aan zet zijn.
Aan alle kandidaten zou ik willen zeggen: denk vooruit en onthoud de drie-eenheid van landbouw, lef en langetermijnvisie. Ze kunnen namelijk niet zonder elkaar. Ik wens u goede verkiezingen toe.