De Regionale Structuur Warmte (RSW) biedt kansen om als regio na te denken over de invulling van de warmtestructuur over de gemeentegrenzen heen. Maar soms worden deze kansen niet gezien en is de RSW het ondergeschoven kindje binnen de RES. Collega’s Jade Oudejans en Sanne de Boer vinden dit een gemiste kans. Welke rol vervult de RSW en hoe kun je dit invullen in jouw regio?
De Regionale Structuur Warmte (RSW) is een nieuw begrip binnen de uitwerking van het Klimaatakkoord. De RSW is in de RES geïntroduceerd om de afweging en inzet van duurzame warmtebronnen een positie te geven. Deze afweging is nodig wanneer alle huishoudens in Nederland overgaan naar andere vormen van verwarming dan aardgas. De verschillende warmte alternatieven én bijbehorende bronnen zullen dan op slimme wijze verdeeld moeten worden. Hier speelt de RSW op in.
Concept RES
In de praktijk zien we dat de gemeenten en regio’s soms worstelen met de totstandkoming en uitwerking van de RSW. Anderen zijn er nog niet mee begonnen, omdat ze wachten op duidelijkere richtlijnen. Maar de concept RES op 1 juni 2020 komt elke dag een stukje dichterbij. Hoe ga je aan de slag en hoe geef je een RSW vorm? Een voorbeelduitwerking is er nog niet. Wat we wel weten is waar een RSW uit moet bestaan:
(1) Een inventarisatie van huidige en verwachte warmtevraag en -aanbod (bronnen) en infrastructuur
(2) Een afwegingskader voor de inzet van grote regionale warmtebronnen en op termijn ook een toewijzing en planning van deze bronnen.
Proces en stakeholders
Het is belangrijk om voor de RSW een zorgvuldig proces te doorlopen om tot een gezamenlijke en gedragen strategie te komen. Het inventariseren van de warmtevraag en het warmteaanbod is ‘zo gedaan’, al vraagt het soms wat speurwerk om de juiste data over restwarmte bij bedrijven of omgevingsdiensten naar boven te halen.
Het opstellen van het afwegingskader vraagt om meer afstemming. Benut de verschillende stakeholders binnen de RES om hun visie op warmte te inventariseren. Het is daarnaast van belang om ook de regionale warmtegerelateerde partijen aan boord te hebben. Denk aan potentiële leveranciers, partijen die een warmtebron in hun bezit hebben of bijvoorbeeld de energiecoöperatie die aan de slag wil gaan met warmte.
Afwegingskader
Deze verschillende stakeholders geven inzicht in de belangen die aanwezig zijn in de regio. Die belangen worden verwerkt in het afwegingskader. In het afwegingskader komen we naast de technische-financiële aspecten zoals afstand tot de warmtebron, temperatuurregimes en de betaalbaarheid van de warmtebron (allen van invloed op de businesscase) ook vaak begrippen tegen zoals ‘duurzaamheid en continuïteit van warmtebronnen’ en ‘transitiecomfort’. Deze laatste twee begrippen geven de beleving van de burgers in de regio weer. Dat is misschien ook wel logisch: de transitie komt alleen op gang wanneer de samenleving het ook wil.
Transitievisie Warmte versus Regionale Structuur Warmte
We krijgen vaak de vraag: ‘Wat is de relatie met de Transitievisie Warmte (TVW)?’ De RSW en de TVW zijn aan elkaar gewaagd: daarmee bedoelen we dat het resultaat van het ene weer input levert voor het andere product (zie voorbeeld hieronder). De RSW geeft inzicht in de regionale warmtebronnen. Deze kennis kan benut worden wanneer een TVW wordt opgesteld. In de TVW wordt een voorkeursrichting voor een warmte-infrastructuur (warmteoplossing) per wijk of buurt bepaald, grofweg een individuele all-electric variant (elektriciteitsnet) of een collectieve voorziening (warmtenet).
TVW of RSW?
Met de kennis van beschikbare warmtebronnen uit de RSW kan de invulling van de collectieve voorziening verder vormgegeven worden. De kennis vanuit de RES geeft bovendien aan wat mogelijk is vanuit duurzame elektriciteit in het geval van individuele oplossing. En dan ontstaat er een kip-ei kwestie. Want wat is er eerst, de TVW of de RSW? Het maakt niet uit! Want op basis van de TVW kan de RSW vervolgens weer geactualiseerd worden en zo ontstaat er een interactief én iteratief proces waarbij de mogelijkheden voor warmte steeds concreter worden.
‘Het is een kip-ei-kwestie: wat was er eerst, de TVW of de RSW’

Onzekerheid over warmtebronnen
Over warmtebronnen als geothermie bestaat op dit moment nog veel onzekerheid. Bronnen waarvan de exacte omvang en bruikbaarheid niet bekend is, kun je ook niet toedelen. In de loop van de jaren zal deze onzekerheid afnemen. Het blijvend herijken van de RSW en afstemmen met de Transitievisie Warmte is dus essentieel en zorgt ervoor dat de planning en inzet van de verschillende warmtebronnen op termijn steeds nauwkeuriger wordt. We werken van grof naar fijn. Hiervoor is het wel van belang nu een gezamenlijk afwegingskader op te stellen, zodat deze in de tijd gebruikt kan worden om het proces ten aanzien van de afweging van bronnen te begeleiden.
RES 2.0
Kortom, om aan de slag te gaan met de RSW is het van belang het proces en de verschillende rollen goed inzichtelijk te maken en te starten met het opstellen van een gedragen afwegingskader. Hiermee zorg je ervoor dat alle regionale belangen goed geborgd zijn en dat op termijn echte afspraken kunnen worden gemaakt over de toedeling van bronnen. Dat wordt pas formeel in de RES 2.0 in 2023, maar ook die datum komt sneller dichtbij dan je denkt.
Heb je vragen over de RSW of wil je meer van dit proces weten? Neem dan contact met ons op.