Warmtenetten zijn in de toekomst allemaal in publiek eigendom en beheer. Hoe nu verder? Wij vinden dat er snel antwoorden moeten komen op de meest urgente vragen. Een marktmodel is niet allesbepalend en laten we het tempo in de warmtetransitie vasthouden.
Uiteraard moeten de Tweede en Eerste Kamer er ook nog wat vinden, maar duidelijk is dat minister Jetten koers heeft bepaald. Een koers die al een aantal maanden boven de ‘markt’ hing.
Op dit moment is een ruime meerderheid van de warmtenetten in handen van particuliere private bedrijven. Gemeenten zien het voordeel van de publieke invloed op een nutsvoorziening, warmtebedrijven vrezen vertraging omdat zij zich buitenspel gezet voelen in de ontwikkeling en investering in nieuwe netten.
Voor- en tegenstanders lijnrecht tegenover elkaar
Voorstanders van het wetsvoorstel zien de voordelen van een meerderheidsbelang omdat met lagere winstmarges, langere afschrijvingsperioden en goedkoper kapitaal de exploitatie van warmtenetten goedkoper wordt en dus beter betaalbaar voor de klanten. Tegelijkertijd zullen deze partijen meer oog hebben voor de publieke waarden en daar dus draagvlak mee kunnen krijgen bij de inwoners. Naast betaalbaarheid zijn dat betrouwbaarheid en duurzaamheid, aldus de voorstanders.
De tegenstanders zien kennis, ervaring, ontwikkelkracht en vooral kosteneffectiviteit en tempo uit de branche wegvloeien. Tegelijkertijd zijn er zorgen over desinvesteringen en of het mogelijk is om de 5,6 miljard euro te financieren waarvan PwC heeft berekend dat die nodig is om in 2030 een half miljoen woningen aan te sluiten op een warmtenet.
Ze betogen ook dat de energietransitie zo’n grote opgave is, dat iedereen nodig is en het niet helpt om private partijen uit te sluiten in de ontwikkeling, financiering en exploitatie van warmtenetten. Het is gewoonweg niet werkbaar om geen zeggenschap te hebben, maar wel financieel en operationeel verantwoordelijk te worden gehouden, aldus de tegenstanders.
Waar voor-en tegenstanders het over eens zijn, is dat het goed is dat het Rijk een besluit neemt over de Wet Collectieve Warmtevoorziening, omdat daar ook zaken als het loslaten van de gasreferentie in geregeld zijn.

Wat nu?
In plaats van schieten vanuit de loopgraven, vinden wij het belangrijker dat er snel antwoorden gaan komen op de meest urgente vragen zoals: Wat gaat er gebeuren met lopende initiatieven en plannen, hoe gaan we om met bestaande warmtenetten, hoe gaan gemeenten dit organiseren en –vooral – hoe behouden we de kennis en ervaring die noodzakelijk is om tempo te houden?
In korte tijd kregen wij dit soort vragen van zowel private én publieke partijen die we helpen in de ontwikkeling van warmtenetten.
De VNG verwacht dat marktpartijen betrokken blijven bij bestaande en nieuwe warmtenetten, ook met een minderheidsbelang. De eigenaren van de bestaande warmtenetten krijgen volgens de VNG een redelijke terugverdientijd om hun investeringen terug te verdienen en krijgen ze een marktconforme prijs als ze hun netten overdragen.
De vraag is of die marktconforme prijs overeenkomst met de waarde en – belangrijker – of de warmtenetten in de aanloop naar en na de wisseling van eigendom op dezelfde wijze onderhouden, geëxploiteerd en uitgebreid worden als daarvoor.

Een hele kluif voor gemeenten
Het zal voor gemeenten een hele kluif worden om te zorgen voor een doelmatige en efficiënte organisatie voor de ontwikkeling, financiering, realisatie en exploitatie van warmtenetten. Onderzoek van PwC gaf al aan dat gemeenten hun capaciteit en expertise aanzienlijk moeten uitbreiden. Dat terwijl er momenteel door gemeenten al druk gezocht wordt naar geschikte mensen voor de bredere opgave in de energietransitie.
Maak gebruik van het leergeld
En dan het vraagstuk over behoud van kennis. Ik ben zelf 10 jaar medeverantwoordelijk geweest voor beheer en exploitatie van een publiek warmtenet. Ook mocht ik de bijbehorende organisatie vormgeven. Uit ervaring weet ik dat het geen gemakkelijke opgave is om te zorgen dat warmte van de juiste kwaliteit op een betaalbare, betrouwbare en duurzame manier bij woningen en bedrijven wordt geleverd.
Er is in het verleden heel veel leergeld betaald om te weten hoe dit moet. Ik hoop dat we zo optimaal mogelijk van dat leergeld gebruik kunnen blijven maken. Benutten van de ervaring, expertise en de investeringskracht van de bestaande warmtebedrijven, die nu 80-90% van de markt bedienen lijkt dan ook voorwaardelijk.
Zorg voor behoud van tempo (of liever nog: versnelling!)
Tot slot: veel voorspellingen in de media geven aan dat de warmtetransitie door dit besluit vertraagt en dat het doel om voor 2030 een half miljoen nieuwe aansluitingen te realiseren hiermee ‘waarschijnlijk onhaalbaar’ wordt. Dat klinkt logisch. Als we straks in 2050 terugkijken weten we of deze koers de juiste is geweest.
Wij werken bij Over Morgen als adviseur voor zowel publieke, private als coöperatieve partijen die warmtenetten ontwikkelen. Is een marktmodel hierin allesbepalend? Nee, dat is het niet. Daarom doen we een oproep om uit de loopgraven te komen en samen het tempo van de warmtetransitie vast te houden en liefst te versnellen.