De onderhandeling over het nieuwe Klimaatakkoord zijn in volle gang. Half juli wordt het hoofdlijnenakkoord verwacht, NOS gaf onlangs al een voorproefje. Het akkoord gaat bepalend zijn voor de manier waarop we tot 2030 ons duurzaamheidsbeleid gaan invullen. Steden en regio’s, burgers en bedrijven, iedereen krijgt ermee te maken. Wij zullen je na de presentatie van het akkoord informeren over de uitkomsten van de onderhandelingen en belangrijke thema’s uit het akkoord voor je uitlichten. Maar wat gebeurt er nou eigenlijk tot die tijd aan die onderhandelingstafels? We interviewden drie Over Morgen collega’s om een kijkje in de keuken te krijgen.
Hoe zijn jullie betrokken bij de onderhandelingen?
Freek: “Ik was betrokken via het interprovinciaal overleg (IPO) en coördineerde de inzet van de provincies voor de tafel Gebouwde Omgeving. IPO vertegenwoordigt de belangen van de Nederlandse provincies in Den Haag. Ik heb mij onder andere ingezet voor de samenwerking tussen Provincies, Gemeenten en Waterschappen, want die zal met het akkoord intensiever worden. Wij stemden onderling af hoe die samenwerking zou landen in de regionale energie strategieën (RES), warmtetransitievisies en de verdere ontwikkeling en verduurzaming van warmtenetten.”
Skadi: “Ik ben betrokken via de Klimaat energiekoepel (KEK) en lever input aan de tafel Mobiliteit. KEK representeert de inbreng van young professionals. Wat wij doen is stukken en maatregelen die aan de mobiliteitstafel worden besproken toetsen en aanscherpen op basis van onze eigen expertise. Waar ik me op focus is hoe we 17 miljoen Nederlanders bereiken en zorgen dat duurzame mobiliteit voor iedereen een aantrekkelijke optie is. Mobiliteit is immers een basisbehoefte en cruciaal voor sociale en economische ontmoetingen.”
Jade: “Ik ben ook via het KEK betrokken, maar dan aan de tafel Gebouwde Omgeving. Ik focus me met name op het thema participatie. Dat gaat er enerzijds over hoe gemeenten samen met partners tot gedragen plannen voor een aardgasvrije gebouwde omgeving komen, maar ook over hoe bewoners worden betrokken in de warmtetransitie. De grote toegevoegde waarde van het KEK is dat wij dit soort onderwerpen dagelijks in de praktijk zien, bijvoorbeeld tijdens het opstellen van gemeentelijke warmtevisies of wijkplannen, terwijl veel andere onderhandelaars aan de tafel bestuurders zijn.”
Met al die overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties tot één akkoord komen: wordt het klimaatakkoord weer een voorbeeld van ultiem polderen met middelmatige resultaten?
Freek: “Er zijn inderdaad veel vertegenwoordigers betrokken bij het akkoord, die onderling en met hun desbetreffende achterban veel overleggen. Er is ontzettend veel ‘afstemming’ in Den Haag en omstreken. Maar zo ontstaat er wel een grote hechte community die echt waardevol is in de uitvoering van het klimaatakkoord. Dat maakt Nederland uniek. Daarnaast worden bij de sub-sub onderhandelingstafels onderling goede voorbeelden gedeeld, waardoor partijen gezamenlijk dichterbij de uitvoering komen: aardgasvrije wijken zijn echt mogelijk.”
Skadi: “We proberen de ambities voor Mobiliteit juist scherper te maken. Het is logisch dat er verschillende belangen aan tafel zitten en dat een gulden middenweg gevonden moet worden. Maar het doel blijft hetzelfde, namelijk verduurzaming van mobiliteit, dus waarom niet meer ambitie en hardere doelstellingen? Helemaal op het gebied van mobiliteit zijn er nu al aantrekkelijke en schone alternatieven! Ons uitgangspunt: duurzame mobiliteit is het ‘nieuwe normaal’. Duurzaam betekent namelijk niet per se geen mobiliteit meer, maar juist het slimmer en schoner inrichten ervan. Wij geloven dat dit kan: grootschalig aanpakken en ambitieus zijn. We noemen dit met een knipoog het ‘deltaplan schone mobiliteit’.”
Heel Nederland moet op de schop om woningen aardgasvrij te maken. Wordt er wel nagedacht over de bewoners in dit verhaal?
Jade: “Uiteraard! We kunnen wijken niet aardgasvrij maken als bewoners niet meedoen, en dat realiseert iedereen zich maar al te goed. Dat bewoners betrokken gaan worden in de uitvoeringsplannen voor hun wijken is zeker, hoe dat gaat gebeuren zal per wijk verschillen. Als KEK hebben we onze kijk op bewonersparticipatie ingediend, waarbij we ervoor pleiten om de mate van betrokkenheid van bewoners af te stemmen op de bewonersdoelgroepen in de wijk. Ook hebben we aangeraden de opgave om aardgasvrij te worden als vliegwiel te gebruiken om de wijk tegelijkertijd groener en leefbaarder te maken, thema’s waarover bewoners goed kunnen meedenken. In de eerste wijken waar de komende tijd al gestart gaat worden, onder andere via de Grootschalige Proeftuinen Aardgasvrije Wijken regeling van BZK, zullen we hiermee ervaring gaan opdoen.”
Freek: “De betaalbaarheid van het akkoord voor de bewoners is natuurlijk een belangrijk thema. Provincies, Gemeenten en Waterschappen zetten zich in voor een eerlijke verdeling van de kosten en een manier dat onze verduurzamingsopgave steeds goedkoper wordt. In het begin worden de kosten nog gedrukt met subsidies en een belastingverhoging op aardgas, zodat later de kosten verder kunnen dalen door opschaling. Voor particuliere huiseigenaren komen er op de korte termijn gebouwgebonden financieringsregelingen. Dat is een lening die niet verbonden is aan de bewoner, maar aan de woning.”
Hoe verwacht je dat het Klimaatakkoord jullie werk gaat beïnvloeden?
Jade: “In het Gebouwde Omgeving akkoord komt te staan dat alle gemeenten en alle 30 regio’s de komende tijd plannen moeten gaan maken. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de regionale verdeling van warmtebronnen, het bepalen welke wijken wanneer van het aardgas af gaan en het maken van concrete plannen in de eerste wijken. Dit zijn allemaal dingen die wij al doen! Ik verwacht dat ons werk nu versneld van de verkennende en visievormende fase naar de uitvoeringsfase en concrete projecten zal verschuiven. Van woorden naar daden!”
Skadi: “De markt vraagt al naar duurzame mobiliteitsoplossingen, dit is nu al te merken aan het aantal elektrische auto’s en de vele deelconcepten. Door de maatregelen in het mobiliteitsakkoord zal hier extra snelheid en urgentie aan worden gegeven. Ik verwacht daarom dat naast gemeenten ook private partijen hier sneller werk van willen maken en oplossingen zoeken. Hier kunnen wij goed bij helpen door bijvoorbeeld duurzame mobiliteitsoplossingen in gebiedsontwikkeling te integreren. Daarnaast bieden we ook oplossingen voor het verduurzamen van wagenparken en bedrijventerreinen. Ik sluit me daarbij aan bij Jade, de uitvoering en concretisering van projecten zal sneller vorm krijgen! Een goede ontwikkeling.”
Freek: “En ik sluit mij weer helemaal aan bij Jade en Skadi! Ik kijk ernaar uit om onze projecten richting de uitvoering te brengen. En dat niet alleen samen met gemeenten en woningcorporaties, maar ook met warmtebedrijven, bouwers, energiecoöperaties en bewoners. Steeds meer mensen zullen het effect van het akkoord gaan ervaren. Zo komt er ook een publiekscampagne. Dat betekent dat ons werk nog vanzelfsprekender wordt.”
De komende tijd
Na vaststelling van het hoofdlijnenakkoord in juli moeten nog heel veel dingen uit het akkoord verder uitgewerkt worden. De verwachting is dat die fase nog ongeveer een half jaar zal duren, zodat de implementatie van het akkoord in 2019 echt kan beginnen. Wij houden je via onze website op de hoogte!