“Aardgasvrij, een ambitieus streven maar belachelijk hoe snel dit allemaal er doorheen wordt gedrukt.” Dat was de reactie van een projectontwikkelaar waarmee ik afgelopen weekend sprak op de invoering van de wet VET die per 1 juli geldt.
Zoals je misschien al weet, is op 3 april de wet Voortgang Energietransitie (VET) aangenomen door de Eerste Kamer. Deze wet bevat wijzigingen van de Elektriciteits- en Gaswet, waardoor de plicht om nieuwbouwwoningen aan te sluiten op het gasnet komt te vervallen. Goed nieuws voor de warmtetransitie, maar vooral de snelheid zorgt voor weerstand.
Het gaat inderdaad snel. Halverwege 2016 hoorde je de woorden “aardgasvrij’ en “aardgasloos” alleen maar op bijeenkomsten van “believers” en nu worden die termen dagelijks gebruikt in de media.
Ondanks het verzoek van Aedes, Bouwend Nederland en NEPROM om de wet VET per 1 januari 2019 in te voeren, is besloten dat deze per 1 juli definitief ingaat. Argumenten tegen de snelle intreding van de wet VET zijn het terug naar de tekentafel moeten, de hogere kosten en capaciteitsgebrek bij de installatiebranche.
Onze netwerken voor gas en elektriciteit zijn gesocialiseerd en bedoeld om decennialang in de grond te liggen. We moeten daarom lange termijn denken toepassen. Energieneutraal zijn in 2050 betekent dat elke woning die we vandaag voorzien van een aardgasaansluiting over een niet al te lange periode weer van het aardgas af moeten halen. Wegen die toekomstige kosten niet op tegen de extra investeringen nu?
Dat onderdeel van de discussie is verre van nieuw. Wat ik mis in deze discussie zijn de twee belangrijkste perspectieven; de betrokken partijen en tijd. Bij Over Morgen brengen we alle perspectieven in kaart en is er aandacht voor korte- en lange termijn. Dit noemen we ‘het ontrafelen van de waardeketen’. We benaderen de business case van een project of wijkaanpak vanuit het perspectief van de verschillende stakeholders en maken het voor iedereen transparant. Een investeringsvoordeel bij de één leidt vaak tot hogere operationele kosten bij de ander of andersom. We zoeken in eerste instantie naar de meest doelmatige en efficiënte oplossing voor alle stakeholders. Daarna maken we inzichtelijk wat bijvoorbeeld de impact is van het investeringsvoordeel voor de ene partij op de business case van de anderen. Daarmee starten we een interessant en productief proces. Als we er in slagen om een deel van het investeringsvoordeel terug te laten vloeien om het nadelig effect bij de ander (deels) te compenseren, voorkomen we suboptimale oplossingen.
Terug naar de hoofdvraag, gaat het allemaal te snel? Nee, de wet VET biedt dus eindelijk handelingsperspectief voor gemeenten bij nieuwbouw, maar het heeft ook invloed op het handelingsperspectief van ontwikkelaars. Denk dan aan het toepassen van alternatieven op aardgas bij nieuwbouw. Wat is er wel mogelijk en wat niet? Gemeenten moeten tot een gedragen warmtevisie komen, of nog beter, in de omgevingsvisie hun kijk op aardgasvrij vastleggen. Kortom, de koers ‘aardgasvrij’ is door de Eerste Kamer uitgezet. Nu is het zaak om over te gaan naar de uitvoering, waarbij we met zijn allen zo efficiënt mogelijk bouwen aan energieneutraliteit in 2050.