In de ontwerp NOVI (Nationale omgevingsvisie) is gesteld dat de voorkeur bij de opwek van duurzame energie uitgaat naar wind op zee en zon op daken. Maar om het klimaatdoel te bereiken, redden we het daarmee niet. Het is niet ‘of’ maar ‘en’. De energieopgave in het landelijk gebied vormgeven, is een opgave van formaat.
In de ontwerp- NOVI (Nationale Omgevings Visie) is de voorkeur uitgesproken voor het opwekken van duurzame energie via zon op dak en wind op zee. Hiermee wordt voorkomen dat landbouwgrond onnodig wordt gebruikt voor grote zonne- en windparken. Nederland heeft het klimaatdoel 95% minder CO2 uitstoot te hebben in 2050. ‘Willen we dat bereiken, dan redden we het helaas niet met alleen daken en kunnen we er niet omheen dat zonnevelden en windmolens een onderdeel gaan worden van ons Nederlandse landschap. Het is niet ‘of’ maar ‘en’. Hoe de energieopgave in het landelijk gebied vorm te geven, is inderdaad een opgave van formaat.
Energieopgave niet inpasbaar
Prof. Dr. Co Verdaas gaf in zijn oratie van 3 juli jl. aan dat in de Regionale Energie Strategieën (RES’sen) gesproken wordt over inpassing van zonne- en windenergie in het landschap. Hij stelt dat de energieopgave waar wij op het moment voor staan in Nederland niet in is te passen. Als we denken dat het inpasbaar is, maken we het onszelf erg moeilijk. Accepteren we verandering, dan ontvouwen zich nieuwe mogelijkheden.
Gebiedsgericht zoeken
Het wordt namelijk de uitdaging te zoeken naar koppelkansen waarmee de omgevingskwaliteit van een gebied behouden of verbeterd wordt. Gebiedsgericht moeten we gaan zoeken naar mogelijkheden om de landschappelijke waarde en de benodigde ruimte voor de opwek van duurzame energie op een slimme manier te combineren. We zien nu al dat de identiteit en keuzes in een gebied leidend zijn voor de manier waarop de energieopgave ruimte krijgt in het landschap en dat die twee elkaar versterken.
Ontwerpend onderzoek
In de provincie Flevoland kun je bijvoorbeeld niet om windmolens heen. Ze zijn er een karakteristiek en vanzelfsprekend onderdeel geworden van het landschap. In de gemeente Hof van Twente zijn door middel van ontwerpend onderzoek scenario’s ontwikkeld om de energietransitie in het landschap te plaatsen. In alle scenario’s is te zien dat het landschap verandert. De gemeente Hof van Twente laat zien dat zo’n ontwerpend onderzoek helpt bij het voeren van het gesprek met elkaar over de manier waarop keuzes gemaakt worden met betrekking tot de energietransitie. De discussie ging hierdoor verder dan de hoeveelheid windmolens en zonnepanelen, maar over de toekomst van de plek waar de inwoners wonen en werken.
De provincie Utrecht is via het uitreiken van een prijsvraag op zoek gegaan naar nieuwe manieren om energielandschappen vorm te geven. Uit de ingezonden ontwerpen bleek dat het spectrum van mogelijke oplossingen voor de inrichting van energielandschappen nog veelzijdiger is dan nu gedacht wordt.
Gebiedsgericht werken en opgaven combineren
Wat een wenselijke afweging tussen energie en landschap is, hangt dus af van het gebied en de gebruikers van dat gebied. Dat is overal anders. En ja dat is dus ook subjectief! Dat is ook een van de elementaire pijlers van de Omgevingswet: gebiedsgericht werken en opgaven combineren. Deze opgaven botsen in sommige gevallen, zo ook in het geval van de energieopgave ten opzichte van landschappelijke belangen. De NOVI benoemt deze uitdaging: “De uitdaging is de leefomgeving zo in te richten, dat functies elkaar waar mogelijk versterken, zich kunnen ontwikkelen en elkaar zo min mogelijk in de weg zitten en voldoende tot hun recht komen.” Bovendien is aangegeven dat er in veel gevallen een gebiedsgerichte en/of programmatische uitwerking nodig is van de opgaven.
Lokaal draagvlak
Op nationaal niveau een afweging maken is dus lastig, dus we moeten lokaal aan de slag en daarbij is draagvlak van de omgeving ontzettend belangrijk! Dat er een transitie plaats gaat vinden op het gebied van energie en de manier waarop dat ons landschap gaat beïnvloeden weten we. Nu is het de vraag hóe we dit vormgeven, samen met de gebruikers van het gebied. Zo zorgen we ervoor dat het ook voor toekomstige generaties fijn wonen, werken en leven is in Nederland.