Warmte is opgenomen in de RES, maar in veel regio’s is het naast de grootschalige opwek nu nog een ondergeschoven kindje. Gelukkig zijn er nieuwe kansen om warmte in de RES 1.0 en 2.0 de plek te geven die het verdient en stappen te zetten richting regionale uitvoering. Adviseurs Sanne de Boer en Jade Oudejans bieden hulp, om de vaart op weg naar een gedragen Regionale Structuur Warmte (RSW) erin te houden.
We kijken allemaal uit naar het indienen van het Regionale bod: zal de optelling na 1 oktober leiden tot 35 TWh? We horen daarbij maar weinig mensen vragen: “Weten we al welke regionale warmtebronnen en -infrastructuren er komen?” Dat is ook logisch: in de beleving van veel mensen speelt de warmtetransitie op lokaal niveau. De overstap naar verwarmen en koken zonder aardgas ga je immers in je woning voelen. Wat daarvoor op regionaal niveau nodig is, staat verder van inwoners af. Daarbij zijn lang nog niet alle gemeenten gestart met het opstellen van een transitievisie warmte (TVW).
Doe de check
Wij pleiten ervoor om met het indienen van de concept-RES eens goed je eigen Regionale Structuur Warmte (RSW) te bekijken. Ben je hier tevreden over of is er meer diepgang nodig? Met behulp van onderstaand figuur helpen we je om de check voor jouw eigen regio te doen.

Het opleveren van de RSW staat niet op zichzelf. Het gaat niet alleen om de ‘papieren tijger’. Het gaat ook om samenwerking, beweging en organisatie op gang brengen. Kijkend naar de visualisatie hierboven zie je een aantal kernwoorden terug. We lichten deze kernwoorden hieronder kort toe.
Vraag en aanbod
In de meeste regio’s is het gelukt om informatie over de warmtevraag en het aanbod aan bronnen te verzamelen. Maar wat doe je met deze informatie in de rest van het RES traject? Wat ons betreft kun je komende periode goed nadenken over hoe je informatie beheert, zodat je in de toekomst makkelijk meer besluiten kunt nemen onderbouwd met goed georganiseerde informatie. Zijn er nog warmtebronnen waarvan onduidelijk is hoeveel warmte ze kunnen leveren en op welke temperatuur? Maak een plan hoe je de juiste gegeven naar boven gaat halen. Zijn er TVW’s in de maak in je regio? Doe de check, zodat we richting RES 1.0 en RES 2.0 een goede optelling van de regionale warmtevraag krijgen.
Afwegingskader
Kan de regio hier al een vinkje zetten? Het afwegingskader was nog geen eis in de concept-RES, maar we zien dat in sommige regio’s ook is gewacht met het voeren van het gesprek hierover. Een gemiste kans.
Door samen in een vroeg stadium na te denken over de uitgangspunten voor afwegingen creëer je een gezamenlijk beeld van aspecten die meespelen bij het verdelen van (bovengemeentelijke) bronnen. Die logica kunnen gemeenten meenemen bij het opstellen van lokale transitievisies.
Door hier ook de bestuurders vroegtijdig in mee te nemen, voorkom je dat straks als de aanwezige warmte verdeeld moet worden, de discussie wordt vertroebeld omdat de afwegingen ter discussie worden gesteld. Het gezamenlijk afstemmen van de afwegingscriteria is van groot belang in het verder proces: zie het als een uitdaging om ook hier bestuurlijk akkoord op te halen.
Potentie en Haalbaarheid
Hebben jullie in de regio al kansrijke bovengemeentelijke bronnen gesignaleerd in de concept RES of is hier überhaupt nog niet naar gekeken? Als je ze wel op het oog hebt is dit het moment om in meer detail te kijken naar de haalbaarheid: wat is er nodig voor een goede businesscase? Deze informatie helpt je om richting RES 2.0 keuzes te maken.
Zijn er minder regionale bronnen beschikbaar, dan liggen er misschien kansen om gezamenlijk de haalbaarheid van lokale warmtebronnen verder uit te werken. Hiermee worden gemeenten concreet ondersteund bij de invulling van de voor hun logische duurzame warmtebronnen. Kennis die zij kunnen gebruiken bij de invulling van hun aardgasvrije ambities en realisatie van hun TVW.
Impact Elektriciteitsnet
Beetje bij beetje komen op basis van bovenstaande aspecten de verdeling van bovengemeentelijke bronnen en een mogelijke regionale warmte-infrastructuur in zicht. In sommige regio’s is er al een eerste beeld en kan RES 1.0 geconcretiseerd worden. Vergeet daarbij ook niet te kijken naar de impact van warmtekeuzes op het elektriciteitsnet. Die afstemming met het opwek-gedeelte van de RES, zowel in kwantiteit als op ruimtelijk gebied, zal richting 1.0 en 2.0 ook vorm moeten krijgen.
Toekomstbestendige Samenwerking
De samenwerking met andere partijen op het gebied van warmte is in veel regio’s een nieuw gesprek. Elke regio zal zelf een passende uitvoeringsorganisatie moeten opzetten. De focus van de uitvoeringsorganisatie is afhankelijk is van de regio. In stedelijke gebieden zal de uitvoeringsorganisatie zicht logischerwijs richten op het realiseren en regisseren van de regionale warmte-infrastructuur.
Daarnaast is het hier van belang afspraken te maken over de inzet en verdeling van de bovengemeentelijke warmtebronnen. In landelijke gebieden gebieden zal de samenwerking meer kennisgedreven zijn. Denk hier ook aan afspraken over de inzet en verdeling van biomassa en biogas: hoe ga je daar als regio slim mee om?
Een verbindende schakel in de uitvoeringsorganisatie is essentieel, we pleiten voor een regionale warmteregisseur die samenwerking optuigt. In alle regio’s is samenwerking in de vorm van kennisdeling onmisbaar: kennis over het realiseren van een lokale warmte-infrastructuur, het gesprek met ketenpartners, en natuurlijk alle andere zaken die komen kijken bij het opstellen van wijkuitvoeringsplannen.
Bestuurlijk
De bestuurlijke aandacht voor de warmtetransitie is soms nog ondergeschikt in de RES regio’s. Gebruik daarom komende periode (in afwachting van terugkoppeling van PBL) om je eigen bestuurder bij te praten en aan te geven welke keuzes eraan komen. Maak ook duidelijk wat de relatie is van de RSW met de lokale TVW, die waarschijnlijk wel bekend is. Je eigen bestuurder zal naast de “usual suspects” als de woningcorporaties en de netbeheerder wellicht ook in gesprek moeten gaan met grote(re) aanbieders of transporteurs. Voor hem of haar waarschijnlijk nieuwe gesprekspartners.
Warmtewet 2.0
Richting de volgende RESsen komt ook Warmtewet 2 steeds meer in zicht. In enkele brieven aan de Kamer heeft minister Wiebes de contouren van Warmtewet 2 beschreven. Die komen erop neer dat de gemeente de bevoegdheid krijgt om warmtekavels (gebieden waarin collectieve warmte voorzien wordt) vast te stellen en per warmtekavel volgens een transparante procedure een warmtebedrijf aan te wijzen.
Het aangewezen warmtebedrijf wordt verantwoordelijk voor de gehele warmteketen, ook voor de verduurzaming van de bronkant op termijn. Voor regionale warmtenetten kan vanuit het Rijk een warmtetransportbeheerder worden aangewezen “voor uitzonderlijke situaties dat de regierol van gemeenten niet toereikend zal zijn om tot besluiten te komen over de gecoördineerde inzet van grootschalige warmtebronnen in een bepaalde regio”. Een voorbeeld daarvan is de aangewezen rol van Gasunie als onafhankelijk transportbeheerder in de ontwikkeling van twee leidingen vanuit de Rotterdamse Haven.
In het RSW-traject in stedelijke regio’s met veel warmtepotentie is het belangrijk om hier rekening mee te houden. Provincies krijgen een toetsende rol in de bepaling van warmtekavels door gemeenten. Door gezamenlijk afzetgebieden voor bovengemeentelijke bronnen te bepalen en de bestuurlijke besluitvorming vanuit de RSW te regelen, kan zorgvuldig worden voorgesorteerd op de bepaling van warmtekavels. Uiteraard spelen ook de gemeentelijke transitievisies warmte daarin een belangrijke rol.
Heeft dit schema je een beetje op weg geholpen? Wij hopen van wel.
Vanuit de concept RES is niet alleen grootschalige opwek en de doelstelling van 35 TWh van belang, maar zeker ook een goede aanpak voor de warmtetransitie. Gebruik het RES-proces om te komen tot een slimme inzet van duurzame warmtebronnen en om te bouwen aan een toekomstbestendige samenwerking. Deze stappen vormen een essentiële bijdrage aan een duurzame en een kosteneffectieve overstap naar een aardgasvrije regio.
Heb je vragen? Neem gerust contact op met Sanne de Boer of Jade Oudejans.