In Kunming (China) is een mondiale conferentie over biodiversiteitsverlies gehouden. Momenteel werken we bij Over Morgen in Flevoland aan een strategie en maatregelen om het gebied klimaatadaptief in te richten. Op het eerste gezicht lijken deze twee zaken niet zoveel met elkaar te maken te hebben. Toch zouden klimaatadaptieve maatregelen en deze conferentie weleens in elkaars verlengde kunnen liggen.
Ten eerste die biodiversiteitsconferentie…
Het verlies van biodiversiteit krijgt wereldwijd steeds meer aandacht, maar is vergeleken met de aandacht voor de klimaatdoelstellingen een stuk minder prominent aanwezig. Na het uitkomen van het klimaatrapport van IPCC afgelopen zomer en met de klimaattop van Glasgow in november het vooruitzicht, is er veel te doen in de media en de politiek op het gebied van klimaatdoelen. Voor biodiversiteit is dat nog een ander verhaal.
Op de conferentie in Kunming is maar al te duidelijk geworden dat de doelen die 10 jaar geleden gesteld zijn om biodiversiteitsverlies tegen te gaan, bij lange na niet gehaald zijn. In het IPBES Global Assessment on Biodiversity and Ecosystem Services (de biodiversiteits-tegenhanger van het IPCC-rapport) wordt duidelijk dat van de 20 doelen die 10 jaar geleden gesteld zijn, zijn er slechts 6 deels gehaald zijn en 14 dus niet.
Op zich is er best enige vooruitgang geboekt, maar soms ook achteruitgang. Een probleem hierbij is, dat de origineel geformuleerde doelen nog te weinig concreet waren. We hebben dus concretere doelen nodig voor 2030. Daar wordt aan gewerkt op de huidige conferentie en vervolg daarop in april 2022 in Kunming.
Kunnen we hier iets van leren?
Kunnen we lering trekken uit de klimaatdoelen en een koppeling hiermee maken? Immers, klimaatdoelen kunnen ook direct bijdragen aan biodiversiteitsherstel. Denk aan het terugdringen van subsidies voor bomenkap, fossiele brandstoffen of intensieve landbouw, het aanplanten van bomen of het verduurzamen van de voedselproductie (minder veeteelt, pesticiden en kunstmest).
Even terug naar klimaatadaptatie in Flevoland
Juist een ‘man-made’ provincie als Flevoland kan een voorbeeld zijn. Wij werken hier vanuit Over Morgen in het samenwerkingsverband Klimaatadaptatief Flevoland aan een strategie en maatregelen om het gebied klimaatadaptief in te richten.
Ten eerste is Flevoland natuurlijk vanuit een ‘adaptief’ oogpunt een waanzinnig interessante provincie. Zo’n 60 jaar geleden was een groot deel van het huidige Flevoland nog water. Inmiddels wonen er meer dan 420.000 mensen, floreren hier ‘s Nederlands grootste landbouwbedrijven en herbergt het een aantal stukjes prachtige natuur zoals de Oostvaardersplassen en de veel recentere Markerwadden.
De provincie laat zien dat we de wereld letterlijk naar onze hand kunnen zetten. Daar staat tegenover dat klimaatverandering ons op dit moment wel met de neus op de feiten drukt. Met het oog op zeespiegelstijging heeft Flevoland, met gemiddelde diepte van zo’n -5 NAP een benarde uitgangspositie. Droogte en bodemdaling eisen hun tol aan de intensieve landbouw. Wateroverlast kan flinke schade toebrengen aan vastgoed. Hitte, luchtkwaliteit en plagen als eikenprocessierups, teken of de tijgermug schaden de gezondheid en productiviteit van mensen.
Klimaatadaptatie helpt bij biodiversiteitsherstel
Om deze problemen te verminderen, hebben we een flinke ruimtelijke opgave in te vullen. Veel klimaatadaptieve maatregelen vragen om meer ruimte voor water, bomen, groen en gezonde bodems. Om veilig en gezond te kunnen leven en werken in een warmere wereld, moeten we dus zoeken naar hoe we onze menselijke leefomgeving weer onderdeel kunnen maken van een florerend en robuust ecosysteem. Je moet wel heel slecht hebben nagedacht, wil je met klimaatadaptieve maatregelen de plank misslaan op het gebied van biodiversiteitsherstel.
Gemeenten; breid je strategie uit
Kunnen we onze kracht om de wereld zo in te richten als we willen, ook inzetten om het tij te keren? Kunnen we, nu we ons beginnen te beseffen hoe groot de consequenties van klimaatverandering voor ons als soort zijn, onze acties zo vormgeven dat we daarmee ook direct die andere, nog grotere crisis van biodiversiteitsverlies het hoofd bieden?

De eerste voorzichtige hints in die richting beginnen te ontstaan. Overal in het land werken gemeenten aan klimaatadaptatie strategieën. De gemene deler daarin: meer ruimte voor water en groen in de stad en robuuste, veerkrachtige landbouw en natuur daaromheen. Het is een kleine moeite om deze strategieën uit te breiden met een actieplan biodiversiteit.
Gebruik de impulsregeling voor biodiversiteit
Nog concreter: op dit moment doen allerlei werkregio’s een aanvraag voor de impulsregelingsgelden: een financiering vanuit de rijksoverheid om klimaatadaptieve maatregelen versneld of verbeterd uit te voeren op korte termijn.
In Werkregio Flevoland, waar we Over Morgen betrokken zijn, doen ze onder andere een aanvraag voor verbeterede waterberging inclusief groenvoorzieningen van de singel in de gemeente Urk, een groene woonwijk Espelervaart in Emmeloord, het verdiepen van natuurpoelen in Zeewolde en een klimaatadaptieve vernieuwing van de regenboogwijk in Almere. Hoewel deze financiering bedoeld is voor maatregelen voor wateroverlast- en droogte, zal het ook direct een positief effect hebben op de groenvoorzieningen in de dorpen en steden zelf.
We moeten nu kansen pakken!
Het gaat erom dat we nu de kansen pakken om maatregelen op biodiversiteitsherstel te koppelen aan de activiteiten die we al ondernemen op klimaatadaptatie. Als we ons meer realiseren dat een gezond ecosysteem ook een gezonde leefomgeving voor onszelf is, kunnen we het vervolgens omdraaien.
We hoeven dan niet langer te focussen op een klimaatadaptieve leefomgeving, maar op een gezond ecosysteem waar wij onderdeel van zijn. Dan krijgen we die klimaatadaptieve (en waarschijnlijk ook klimaatneutrale) leefomgeving er gratis bij.
Kortom, ‘never waste a good crisis’. Flevoland kan hier, gezien haar bijzondere geschiedenis, een voorbeeldrol spelen. Het heeft laten zien dat we in Nederland als geen ander land, onze leefomgeving zo kunnen inrichten als we maar willen.
Wil je meer weten? Neem contact op met Fiona: fiona.vanderburgt@overmorgen.nl
Lees ook de blog van Maarten Verkerk over dit onderwerp en een blog over regionale samenwerking en de impulsregeling lees je hier.