Onbegrensd duurzame impact maken, dat zit in het dna van onze adviseurs. Adviseur Maarten Verkerk (landelijk gebied en klimaatadaptie) zet een extra stap in zijn streven naar een gezonde, duurzame leefomgeving. Hij stelt zich op 15 maart verkiesbaar voor de waterschappen, bij Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Zijn partij: Water Natuurlijk, de groene waterschapspartij die gesteund wordt door D66, Volt en Groenlinks. Zes vragen aan deze mogelijk toekomstige bestuurder.
Waarom ga je voor een bestuursrol bij de waterschappen?
Ik streef mijn hele werkzame leven al naar een duurzame leefomgeving. Als bestuurder kun je op een andere manier invloed uitoefenen om dat voor elkaar te krijgen. De keuze voor de waterschappen is een logische: ik ben al ruim twintig jaar met water bezig. Voordat ik bij Over Morgen kwam, heb ik acht jaar bij een waterschap gewerkt. Ik ben een echte waterman.
Wat staat er deze verkiezingen op het spel?
De komende bestuursperiode draait om het wel of niet halen van de Europese doelen voor waterkwaliteit, met als deadline 2027. Veel Nederlandse wateren voldoen nog niet aan die kwaliteitseisen. Het is aan het nieuwe bestuur om hier standvastig op te sturen. Er zijn ook partijen die 80 procent goed genoeg vinden. Dat kan grote gevolgen hebben: een verminderde waterkwaliteit leidt tot een ongezonder ecosysteem dat niet goed tegen de gevolgen van klimaatverandering kan. Dit heeft impact op planten, dieren en ook direct op mensen. Je ziet bijvoorbeeld dat mensen tijdens warme zomers steeds vaker in de dichtstbijzijnde sloot springen. De warme zomers gaan door klimaatverandering vaker voorkomen, dus dat maakt het belang van gezond water alleen maar groter.
Welke kwesties spelen er in jouw waterschap, De Stichtse Rijnlanden?
Men noemt dit waterschap in de omgeving van Utrecht ook wel Nederland in het klein. Aan de oostkant heb je de zandige gebieden, met grondwater van hoge kwaliteit dat onder andere wordt benut als drinkwater. Wat daar speelt is verdroging: hoe gaan we regenwater opvangen en dit infiltreren naar de bodem? Een uitdaging, omdat er een aantal kernen ligt met verhard oppervlak. Aan de westkant van het waterschap ligt laagveengebied. Daar zien we bodemdaling en speelt de vraag: wat doen we met dat gebied? Om bodemdaling tegen te gaan moeten we het grondwaterpeil hoog houden. Maar welk landgebruik hoort daar dan bij?
Dan is er nog de woningbouwopgave, met name voor de stad Utrecht. Plan je dat in laagliggende weilanden, zoals Rijnenburg aan de zuidwestkant van Utrecht, dan kun je je afvragen: is het verstandig om daar te bouwen? Doe je dat door inbreiding, dan moet je stilstaan bij waterberging en vergroening. Een manier om dat te doen is minder auto’s en parkeerplaatsen en meer ‘in de hoogte bouwen’. Over Morgen adviseert bij de Merwedekanaalzone hoe je met duurzame mobiliteit ruimte creëert midden in de stad.
Hoe wil jij dat brede palet aan uitdagingen gaan oppaken?
Mijn doel is om vooral vanuit verbinding te besturen. In dat opzicht verschillen de waterschappen van andere openbare bestuurslagen. Het water verbindt: je moet het samen doen. Maar ook hier zul je met partijen te maken hebben die vooral op de centen zitten, en partijen die op de doelen zitten. We hopen op een grote fractie, zoals we dat nu ook hebben. Water Natuurlijk haalde bij de vorige verkiezingen een kwart van de stemmen in het gebied rond Utrecht. Met een grote fractie kun je meer invloed uitoefenen én je kunt je meer verdiepen door verschillende specialismen samen te brengen.
Hoe sluit deze bestuursrol aan bij jouw werk voor Over Morgen? En waar schuurt het misschien?
Het sluit uitstekend op elkaar aan: zowel het waterschap als Over Morgen hebben als missie het verduurzamen van de leefomgeving. De kennis en ervaring die ik heb opgedaan als adviseur kan ik goed inzetten. Wel zal ik vanuit Over Morgen minder projecten in de omgeving van Utrecht oppaken, om mijn petten gescheiden te houden.
Onderzoek van Citisens laat zien dat 36 procent van de Nederlanders geen idee heeft waar de waterschappen zich mee bezighouden. Terwijl zij in hun dagelijks leven toch volop in aanraking komen met kwesties die de waterschappen raken. Moeten we daar geen verandering in brengen?
Als dat betekent dat 64 procent van de mensen dat wel weet, dan vind ik dat eigenlijk niet zo’n slecht percentage! Maar het klopt dat veel mensen de waterschappen associeren met drinkwater, terwijl we ons bezighouden met zuiveringen, dijken en grond- en oppervlaktewater.
Oud-collega Co Verdaas, nu dijkgraaf waterschap Rivierenland, schreef hier een interessant artikel over. Hij stelt: nieuws gedijt bij falend beleid. De waterschappen hebben hun zaken zodanig op orde, dat ze weinig in het nieuws komen. Vanuit dat oogpunt zit er dus een positieve kant aan de onbekendheid: Nederland is tot op zekere hoogte gebaat bij rust in het waterbeheer. Maar waterschappen doen belangrijk werk en we kunnen het in onze laaggelegen delta niet veroorloven om waterbeheer vanzelfsprekend te vinden. Daarom is het goed dat we 15 maart onze stem weer kunnen laten gelden bij de waterschapsverkiezingen.
Foto Maarten Verkerk: © Remke Spijkers