Voor Gunnar van Weezel Errens, werkstudent Environmental Management, ging er een wereld open bij Over Morgen. Tijdens zijn stage ontwikkelde hij zich in korte tijd tot een ware RES-kenner. In korte tijd leverde hij al een mooie bijdrage aan het versnellen van de energietransitie. ‘Eerst sta je daar als groentje en even later praat je mee.’
‘Aan al het goede komt een eind. Wat is het snel gegaan!’ Twee standaard regeltjes die stagiairs en werkstudenten bij Over Morgen ongetwijfeld met regelmaat hebben uitgesproken. Ik ben daar geen uitzondering in. Als werkstudent, met als studie achtergrond Urban Environmental Management, heb ik aan verschillende projecten meegewerkt binnen het thema Energie & Klimaat. Vijf maanden geleden kwam ik bij deze leuke partij terecht en mag nu alweer de wijde wereld in.
Grootsheid
In die vijf maanden heb ik Over Morgen, de advieswereld en mezelf een heel stuk beter leren kennen. Tijdens mijn start heb ik me vooral verdiept in de Regionale Energie Strategieën, oftewel de RES. Een boeiend traject om van dichtbij mee te maken, alleen al vanwege de grootsheid ervan. Maar zeker ook vanwege al die ecologische, de politieke, de technische, de economische en ideologische factoren die meespelen. Tal van stakeholders hebben belang bij de RES, hebben er baat en/of hinder van. Er is politieke verdeeldheid, er zijn gefilterde en ongefilterde meningen die alle kanten op gaan. Onderzoeken en feiten die op tafel liggen, worden wel of niet geaccepteerd. Midden in dit enorme, van dag tot dag wisselende speelveld staan adviesbureaus zoals Over Morgen, die de touwtjes aan elkaar vast proberen te knopen en het proces in goede banen proberen te leiden.
‘Ik had geen flauw benul’
Aan hen de taak om elke mening en elk feitje op te nemen en rekening te houden met de politieke belangen die een rol spelen. En daar stond ik dan, als groentje met mijn net afgeronde thesis in de achterzak, ineens minden in die op dat moment voor mij enorme chaos. Ik had geen flauw benul hoe ik hier nou een weg tussen moet vinden en hoe ik deze enorme bak aan informatie ooit in mijn hoofd moest krijgen. ‘Het komt vanzelf’ zeiden de collega’s. Gewoon mee blijven komen, kijken, luisteren en achtergrondinformatie lezen.
Ze hadden gelijk, gaandeweg begon ik het steeds meer te begrijpen, ik werd gevraagd om mee te helpen. Van kleine taakjes her en der totdat ik ineens een artikel aan het schrijven wast over de verschillen en overeenkomsten in de procesorganisatie van alle RES-regio’s in Nederland. Ik sprak projectleiders, regisseurs en managers en ik vroeg niet alleen, ik praatte mee in hun taal. Zo snel kan het gaan.
De wereld in
Naast de RES heb ik me ook nog kunnen focussen op andere thema’s zoals bewonersparticipatie in de warmtetransitie. Een onderwerp waar ik mij eerder in heb verdiept voor mijn scriptie. Het leek mij logisch om dit een vervolg te geven tijdens mijn stage.
Mijn werkzaamheden varieerden van meedenken aan een participatievisie van Over Morgen, tot het organiseren en bijwonen van bewonersavonden. Je gaat van de theorie uit artikelen en boeken ineens de praktijk in waardoor je veel meer gevoel krijgt van wat er in de samenleving speelt. En dat was ook een van mijn doelen van mijn stage: zorg niet alleen dat je professionaliteit een boost krijgt, maar ga de wereld in en krijg een beeld van hoe de energietransitie er voor staat in de samenleving.
Realisme
Gaandeweg mijn stage merkte ik dat het adviseurschap nog niet is waar ik nu naar op zoek ben. Ik wil mijn kennisniveau eerst nog vergroten, de diepte in. Aan de slag in concrete projecten binnen thema’s als circulariteit in de bouw, klimaatadaptatie en bewonersparticipatie. Zelf meedenken aan het ontwerp en onderzoek doen. Ik heb genoten van mijn tijd bij Over Morgen. De ‘alles is mogelijk’ ideologie vanuit m’n studie heeft plaatsgemaakt voor realisme. De motivatie om de leefomgeving te verduurzamen blijft staan, want er zijn genoeg mogelijkheden. Bedankt Over Morgen!