De herfst neemt Nederland langzaam over. Ik denk graag terug aan de zonnige zomer. Deuren gaan open, stoelen naar buiten en de buurman wordt een vriend. Deze zomer stond in Trouw een artikel over een experiment van een Amsterdamse straat zonder parkeerplaatsen. Ik pleit voor een goede aanpak voor ontmoeting en groen in elke wijk met plantenbakken in plaats van blik op straat. Leve de leefstraat!
In het artikel staat een treffend citaat van een buurtbewoner uit de wijk van het experiment: “Een parkeerplaats adopteren en er een plantenbak plaatsen mag niet. Je kunt alleen een auto kopen en die vol planten zetten.”
Een parkeerplaats is in essentie een potentiële tuin of ontmoetingsplek. Elk plotje parkeren op straat is immers in te ruilen voor een stukje groen. De VN kwam met een onderzoek met beangstigende conclusies over het verlies van biodiversiteit in de wereld. Een straat zonder auto’s, gevuld met groeiende inheemse planten draagt bij aan de biodiversiteit. Een speeltoestel of picknicktafel geeft ruimte aan ontmoeting in de openbare ruimte. Ik zie mogelijkheden.
Leve de leefstraat
In mijn wijk is al een paar zomers één van de vier Utrechtse leefstraten te vinden. Die leefstraat is een hoogtepuntje tijdens mijn avondwandelingen. Buurtbewoners gebruiken de openbare ruimte in deze straat opvallend intensief. Bij elk bezoek zie ik kinderen spelen op het kunstgras. Sommige bewoners zitten rustig hun krantje te lezen. Anderen drinken een borrel met hun buren aan een picknicktafel. De P is hier van picknicktafel. Die auto maakt misschien meer kapot dan me lief is.
De gemeente Utrecht toetst aanvragen voor leefstraten aan tien randvoorwaarden. Initiatiefnemers moeten draagvlak voor de leefstraat aantonen. Maar wat is draagvlak? Een raadsbrief maakt in ieder geval duidelijk dat de gemeente kiest voor een faciliterende rol bij de realisatie van leefstraten. Eerder jaagde de gemeente zelf op leefstraten, maar die actieve aanpak zorgde voor “veel actieve gemeentelijke inzet”.
In mijn straat (twee busbanen, twee hoofdrijbanen, één parallelweg en twee stroken fileparkeren) geeft mijn parkeervergunning ‘recht’ op een stukje openbare ruimte. Een stukje waar mijn buren niets aan hebben als mijn auto daar geparkeerd staat. Lege klinkers dragen bij de afwezigheid van mijn auto niets bij aan de beleving, vergroening of ontmoeting in mijn straat. Ik denk dat je gerust kunt zeggen dat de verblijfswaarde nihil is.
Loop jij een stukje verder?
Het is algemeen bekend dat het openbaar vervoer bij nieuwbouw direct bij oplevering goed geregeld moet zijn. Nieuwe bewoners ontwikkelen immers direct hun bewegingspatronen. Ik pleit voor een soortgelijke aanpak voor ontmoeting en groen bij nieuwbouw. Richt een percentage van de parkeerplekken op maaiveld in de straat bij nieuwbouw in met beplanting, een speeltoestel of een picknicktafel. Is er te weinig parkeergelegenheid in de straat? Dan moeten bewoners kiezen: Verder lopen of hun fijne stukje groen en ontmoeting opgeven. Wat zou jij kiezen?
Deze blog is geschreven door Jolina van Dijk. Zij is niet meer werkzaam bij Over Morgen. Voor vragen over het onderwerp uit deze blog kun je een mail sturen naar Lisa Olsthoorn, Lisa.olsthoorn@overmorgen.nl