Gemeenten hebben steeds meer duurzaamheidsambities. Maar hoe kunnen ze deze ambities waarmaken, door ze via de wet af te dwingen? Sanne Veldhuizen deed onderzoek naar de vraag of duurzaamheidsambities bij een gebiedsontwikkeling publiekrechtelijk kunnen worden verankerd en zo ja, welke instrumenten hiervoor gebruikt kunnen worden. Ze legde hierbij de focus op de Omgevingswet.
Gemeenten stellen steeds meer duurzaamheidsambities aan een gebiedsontwikkeling. In sommige gevallen wordt dit al in een duurzaamheidsvisie voor een gebiedsontwikkeling opgenomen. De vraag is alleen, hoe ga je als gemeente deze ambities waarmaken? Stimuleren is een optie, zoals verschillende gemeenten doen met ‘operatie steenbreek’ om mensen te stimuleren om stenen uit hun tuin te halen. Maar stimuleren geeft natuurlijk geen zekerheid.
Duurzaamheid afdwingen met de Omgevingswet
De Omgevingswet komt eraan. Gemeenten kunnen via deze nieuwe wet regels opstellen voor het behoud van een veilige en gezonde leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Duurzaamheid is straks een geïntegreerd onderwerp binnen de Omgevingswet.
Hierdoor zouden nieuwe kansen kunnen ontstaan om duurzaamheid publiekrechtelijk af te dwingen op sommige onderwerpen. Dit zou als gevolg hebben dat gemeenten niet meer afhankelijk zijn van een private overeenkomst met een initiatiefnemer of beleidsinstrumenten, maar dat zij aan de voorkant al op een aantal vlakken regels kunnen stellen in bijvoorbeeld het omgevingsplan op het gebied van duurzaamheid. Hierdoor zijn initiatiefnemers verplicht om deze regels na te leven en zijn deze regels aan de voorkant al bekend.
World Food Center in Ede
De casus in mijn afstudeeronderzoek was de duurzaamheidsvisie van het World Food Center (WFC) in Ede. Het WFC is één van de gebiedsontwikkelingen waarvoor een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte wordt gemaakt onder de Crisis -en Herstelwet (vijftiende tranche). Deze wet houdt in dat er in dit gebied al geëxperimenteerd mag worden met sommige regelingen van de Omgevingswet in het bestemmingsplan.
Urgentie wordt groter
Theoretisch gezien, vanwege de integratie van duurzaamheid in de Omgevingswet, was dan ook de verwachting dat er nieuwe mogelijkheden zouden zijn om duurzaamheid publiekrechtelijk te verankeren met deze wet. Daarnaast wordt de urgentie om bepaalde onderwerpen te verankeren op het gebied van duurzaamheid door de jaren heen natuurlijk steeds groter door de opwarming van de aarde en de consequenties die dit met zich meebrengt op het gebied van klimaatverandering: hittestress en extreme regenbuien bijvoorbeeld. Er moet dus actie worden ondernomen om te zorgen dat duurzame maatregelen echt worden gerealiseerd.
Weinig jurisprudentie
Echter, het bleek in de praktijk een stuk lastiger te zijn om publiekrechtelijke verankering voor concrete maatregelen te zoeken op het gebied van duurzaamheid. Ten eerste is er nog weinig jurisprudentie over wat er nu echt mogelijk gaat zijn op het gebied van duurzaamheid onder de Omgevingswet. Dit veroorzaakt twijfel onder juristen over welke duurzame maatregelen straks echt publiekrechtelijk verankerd kunnen worden. Daarnaast zijn er nog veel andere factoren die invloed hebben op de publiekrechtelijke verankering van een duurzaamheidsvisie. De belangrijkste factoren die naar voren kwamen uit mijn onderzoek leg ik verder uit.
Opeenstapeling van ambities
Eén van die factoren was bijvoorbeeld dat duurzaamheid één van de vele ambities is van een gemeente. In combinatie met duurzame maatregelen is dit financieel vaak niet haalbaar. Daarnaast blijkt het lastig voor gemeenten om te focussen op wat nu echt urgent is op het gebied van duurzaamheid en wat nu echt impact maakt qua duurzaamheidsmaatregelen in hun gemeente. Dit leidt tot een opeenstapeling van eisen en ambities die niet meer waargemaakt kunnen worden door projectontwikkelaars. Het is dus belangrijk dat gemeenten prioriteiten stellen aan een aantal belangrijke duurzaamheidsambities die projectontwikkelaars ook echt waar moeten en kunnen maken.
Gebrek aan technische kennis
Ten tweede blijkt er in de praktijk een gebrek aan (technische) kennis te zijn bij gemeenten. Gemeenten zijn vaak niet volledig op de hoogte van innovaties op het gebied van duurzaamheid en weten daarnaast niet precies welke technieken haalbaar zijn voor welke prijs. Het instrumentprogramma zou een goede tussenstap zijn in het uitwerken van ambities op het gebied van duurzaamheid uit een visie en deze al te toetsen op haalbaarheid. Maatregelen die naar voren komen uit het programma die publiekrechtelijke verankering nodig hebben, kunnen vertaald worden naar het omgevingsplan om ze dus ook juridisch bindend te maken voor bedrijven en burgers.
Flexibele methode
Een volgende vraag die hierbij opspeelde was: in hoeverre moet je techniek eigenlijk überhaupt willen vastleggen? Technieken veranderen snel door de jaren heen. Om snel te kunnen schakelen als gemeente, zou het een goed idee kunnen zijn om te werken met een open norm en een dynamische verwijzing naar beleidsregels. Deze zijn namelijk makkelijker aan te passen door een gemeente dan regels in het plan.
Een flexibele methode voor projectontwikkelaars zou zijn om te werken met meetmethoden. Het is bijvoorbeeld mogelijk om straks decentraal een strengere MPG-eis (de milieubelasting van materialen van gebouwen) te stellen in het omgevingsplan. Een andere optie zou zijn om bijvoorbeeld een puntensysteem, waarbij maatregelen een bepaald aantal punten krijgen, te verwerken in de beleidsregels als toetsingskader voor een omgevingsvergunning.
Publiek of privaat?
Als laatste belangrijke factor is er nog de frictie tussen publiek en privaat. Wat is daadwerkelijk zo urgent dat het ook moet doorwerken op de eindgebruiker die het huis of appartement koopt en niet privaatrechtelijk kan worden afgesproken met de projectontwikkelaar?
Een thema wat in dit kader bijvoorbeeld een steeds belangrijkere rol gaat spelen is klimaatadaptatie. Door de verandering van het klimaat gaat het namelijk steeds frequenter en heviger regenen. Straten komen hierdoor steeds vaker onder water kunnen staan, waardoor bewoners steeds meer overlast krijgen. Het is dus belangrijk dat bewoners hier hun ‘steentje’ aan bijdragen door hun tuin te vergroenen. Vaak gebeurt dit nu met stimulerend beleid.
Publiek belang
Onder de Omgevingswet kan dit een stapje verder gaan en kan er ook gewerkt worden met geboden. Als iets zo urgent is dat het publieke belang zwaarder weegt dan het eigendomsrecht, is het dus zelfs mogelijk om in de toekomst iemand op te leggen met een gebod dat hij of zij maar zoveel procent van zijn tuin mag verharden.
De vraag is, wil je zover gaan als gemeente? Door het veranderende klimaat met meer extreme regenbuien door de opwarming van de aarde, zal het steeds vaker gebeuren dat een gemeente inderdaad zo ver moet gaan in het publieke belang.
Stappenplan voor gemeenten
Op basis van bovenstaande bevindingen heb ik een kort stappenplan geschetst dat gemeenten kan helpen om na te denken hoe ze duurzaamheid publiekrechtelijk willen en kunnen verankeren.
- Bepaal de meest urgente duurzaamheidsambities in een gemeente, werk deze uit en bekijk wat financieel en technisch haalbaar is. Betrek projectontwikkelaars hier eventueel al in het proces.
- Bepaal welke duurzaamheidsmaatregelen zo urgent zijn dat ze publiekrechtelijk verankerd moeten worden. Wat is zo urgent dat het ook (publiekrechtelijk) moet doorwerken op de eindgebruiker en niet alleen op een projectontwikkelaar.
- Bepaal hoe je maatregelen publiekrechtelijk wilt verankeren. Wat voor gemeente wil je zijn? Wil je meer ruimte laten of meer controle hebben als gemeente? Wil je meer stimulerend zijn of harde bindende maatregelen opleggen wat betreft duurzaamheid?
Het zou goed zijn om bij een gebiedsontwikkeling na te gaan als gemeente welke duurzaamheidsmaatregelen zodanig urgent zijn door de opwarming van de aarde, dat er echt iets aan moet worden gebeuren.
Deze maatregelen kunnen dan publiekrechtelijk worden verankerd. In de praktijk zijn er aan de andere kant ook weer haken en ogen door onder andere de technische en financiële haalbaarheid en de frictie tussen publiek en privaat. Een goede afweging tussen al deze factoren is dus heel belangrijk om te komen tot een duurzame gebiedsontwikkeling.
Lees hier de hele scriptie.
Heb je vragen hierover of wil je eens van gedachten wisselen over dit onderwerp? Neem dan gerust contact op met Sanne Veldhuizen.