Deze dagen zijn we met een groep van 11 betrokken vakmensen – projectmanagers van een aantal gemeenten, een gemeentelijk stedenbouwkundig supervisor, iemand van de omgevingsdienst en adviseurs Over Morgen –  in Kopenhagen om te kijken hoe hier duurzame gebiedsvernieuwing tot stand gebracht wordt. En ik wist van tevoren dat mijn diepe persoonlijke overtuiging dat de kracht van het gebied, ondernemers, bewoners en andere gebruikers centraal moet staan in gebiedsvernieuwing en dat overheden zich dus daarom terughoudend moeten opstellen, hier op de proef gesteld zou worden.

Want ik ken geen land waar de overheid zo’n dominante rol speelt in de gebiedsvernieuwing (en eigenlijk in alle maatschappelijke thema’s) dan in Denemarken. En daar waar vorig jaar tijdens de studiereis naar Berlijn meer dan voldoende voorbeelden waren die mijn overtuiging bevestigden – de jonge generatie daagt daar de overheid uit, tart haar en neemt het heft in eigen handen met indrukwekkende zelf reorganiserende gebiedsvernieuwingen (Holzmarkt als leidend voorbeeld) die ook op termijn succesvol blijven en waar de overheid wel ruimte voor moet geven – zou het contrast wel eens groot kunnen zijn.

En ja, na de eerste dag en 3 grote gebiedsvernieuwingen verder, is het inderdaad andere koek: de dominante overheidssturing is duidelijk te zien: alleen maar projectmatige bouw, grote blokken appartementen, parkeergarages, OV-systemen, infrastructuur. Het is allemaal van goede kwaliteit, netjes, doordacht en gewoon verzorgd. Natuurlijk kan er altijd wat meer openbare ruimte en wat meer groen en natuurlijk valt er over smaak niet te twisten, maar het is gewoon netjes en goed.

Maar toch is er iets en als je dan beter kijkt, valt er iets bijzonders op: helemaal geen particulier of collectief initiatief. Gewoon niet, nergens. De hele dag alleen maar projectmatige en planmatige bouw. Grote appartementen blokken, keurig 100 m2, keurig voor iedereen wat wils: jongeren, studenten, jonge gezinnen, ouderen.  En als je dan met bewoners praat, krijg je hetzelfde beeld: men is gewoon tevreden waar men woont, niet blij maar ook niet ontevreden. Een beetje plichtmatig en functioneel. Er mist gewoon sfeer, ziel, eigenaarschap, verantwoordelijkheidsgevoel. Het is functioneel, geen uitspattingen en geen iconen. Geen initiatief en geen ruimte voor initiatief.

Dus ik ben blij na de eerste dag te zien, dat mijn overtuiging in de kracht van het gebied wederom gestand gedaan wordt. Een opluchting en blij. Totdat…. Mijn collega Astrid mij verteld, dat dat Denemarken steevast in de top drie van landen staat waar haar burgers het meest gelukkig zijn! Hoe rijmt dat met het beeld van de eerste dag waarvan ik zo blij was bevestigd te worden in mijn overtuiging?

Morgen op dag 2 gaan we verder op onderzoek om te kijken of er een verklaring is voor deze schijnbare tegenstelling. Maar dat betekent wel, dat we morgen ook weer echt een van de drijvende principes van Over Morgen ter harte moeten: elke dag weer opnieuw kijken!

Gepubliceerd: 15-09-2017