De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) heeft als doel iedereen mee te laten doen in de samenleving. De mogelijkheid om familie, vrienden of voorzieningen te bereiken is hierbij essentieel. Met een WMO-pas kunnen mensen die niet zelfstandig kunnen reizen met een gereduceerd tarief gebruikmaken van doelgroepenvervoer om te reizen.
Gemeenten willen bezuinigen op het budget voor doelgroepenvervoer van WMO-pashouders. Hot topic is momenteel dan ook het verder integreren van het doelgroepenvervoer met het Openbaar Vervoer. Een ontwikkeling die dit tegenwerkt, is het opheffen van dunne lijnen in het OV. In februari 2019 werd bekend dat de OV-bereikbaarheid is gedaald met 0,3% ten opzichte van 2015. Hoe zorgen we ervoor dat de efficiëntieslag in zowel het OV en het doelgroepenvervoer niet ten koste gaat van de minder mobiele doelgroepen? Kan een verdergaande integratie van beide soorten mobiliteit zorgen voor een verrijking van onze mobiliteit, in zowel stedelijke als perifere gebieden?
Over Morgen brengt met een nieuwe tool, de WMO-atlas, in kaart hoe de routering van OV-routes ligt ten opzichte van de WMO-gebruikers in een gemeente. Via een heatmap laat de WMO-Atlas zien waar pashouders wonen en waar ritten beginnen en eindigen. Daarnaast zijn de ritten geanalyseerd op ritlengte en afstand tot bushaltes. Door dit te vergelijken met het bestaande OV-netwerk kan een goede basis gelegd worden voor verder onderzoek naar nieuwe vervoersopties en/of aanpassingen van vaste OV-lijnen.
Gemeenten, provincies en gezamenlijke vervoerregio’s kunnen met behulp van deze tool hun OV-routes aanpassen of uitbreiden, zodat het aandeel OV-gebruik onder WMO-gebruikers zal stijgen. Denk hierbij aan een andere haltering tijdens daluren, het omleggen van een route of de inzet van een buurtbus. Door minder (kleine) taxi’s voor het doelgroepenvervoer te hoeven inzetten, reduceren we mobiliteitsbewegingen en verduurzamen we het personenvervoer.