Vraag aan ons
Goed water is van levensbelang. Dat beseffen 13 grondwaterpartners in Noord-Brabant zich maar al te goed. In een Grondwaterconvenant (dat Over Morgen mee opstelde) staan afspraken om intensiever samen te werken om de grondwatervoorraad in Brabant te verbeteren. Het doel van deze samenwerking: meer water vasthouden, minder grondwater gebruiken en bij droogte of wateroverlast sneller reageren om schade en overlast te beperken.
Een van de manieren om dat te doen is te kijken naar het beleid voor onttrekkingen. Onderstaande figuur uit het toonaangevende adviesrapport Zonder water, geen later laat zien hoe de verhoudingen in Brabant liggen ten aanzien van het oppompen van water. De afspraak is dat iedereen zijn steentje moet bijdragen. Over Morgen is gevraagd om nieuw beleid te ontwikkelen voor de onttrekkingen voor beregening in de landbouw (de lichtbruine kleur).
Beregening uit grondwater nam sinds de droge zomer van 1976 een vlucht. Door intensivering van gewassen en steeds drogere zomers onder invloed van klimaatverandering, neemt het belang én gebruik van beregening op het agrarisch bedrijf toe met de jaren. In de jaren ’90 voerde de provincie Noord-Brabant een ‘stand still’-beleid in:
- geen nieuwe beregeningsputten
- verbod voor beregening van grasland in de maanden april en mei (voorjaarsverbod)
- niet beregenen van grasland tussen 11u en 17u om zo directe verdamping te beperken (urenverbod)
In 2010 ging de bevoegdheid voor beregenen uit grondwater over van de provincie naar de waterschappen. De Brabantse waterschappen voerden (in overleg met stakeholders en na gedegen hydrologische en juridische onderbouwing) een verandering door. Mits op voldoende afstand van een droogtegevoelig natuurgebied, mag een onttrekker een nieuwe put slaan en vervalt het voorjaars- en urenverbod voor grasland, mits hij/zij een bedrijfswaterplan heeft.
De laatste jaren zien we een toename in het totale onttrokken volume voor beregening. Dit is voor de grondwaterpartners onwenselijk: de natuur verdroogt verder en agrariërs worden op kosten gejaagd.
Onze oplossing: bouwen aan vertrouwen met behulp van Strategisch Omgevingsmanagement en resultaatgericht werken via het BOB-model
In een jaar tijd zijn we in een intensief traject met 8 bestuurlijke bijeenkomsten tot een concept beregeningsbeleid gekomen, dat we in 2023 in de praktijk gaan testen. We werkten volgens het BOB-model: Beeldvorming – Oordeelsvorming – Besluitvorming. Daarvoor bouwden we een stap 0 in, waarin we met de bestuurlijke werkgroep spelregels voor het proces hebben afgesproken. Die stap was nodig om een vertrouwensbasis te creëren van waaruit we aan de inhoud konden werken.
Het uitgangspunt van het BOB-model is dat je pas verder gaat met de volgende fase wanneer de fase ervoor voldoende is afgerond. Het gebruik van het BOB-model zorgde ervoor dat het maximaal haalbare werd bereikt voor de gehele groep stakeholders, op basis van een prettige en efficiënte samenwerking (zie ook: BOB-model, voor goede besluitvorming). Zo kwamen we tot een concept beregeningsbeleid dat tot stand is gekomen op basis van wederzijds begrip en rekening houdende met verschillende belangen.
Lees hier het volledige Concept Beregeningsbeleid Noord-Brabant 1.0
Zichtbaar resultaat
Natuurlijk staat het proces in deinst van het resultaat. Dat resultaat bestaat uit een concept beregeningsbeleid, waarin de volgende zaken zijn afgesproken en welke op 8 februari 2023 is bekrachtigd met een handtekening van de deelnemende bestuurders:
- We werken toe naar een verminderde onttrekking van 20-40 mln m3/jaar in een droog jaar ten opzichte van de ongeveer 100 mln m3/jaar die nu in een droog jaar onttrokken wordt;
- Richtjaar is 2027, waarin het nieuwe beleid definitief wordt;
- De Wet Natuurbescherming en de Kaderrichtlijn water zorgen voor een ‘ondergrens’ in de grondwaterstanden;
- We streven naar uitvoerbaar, uitlegbaar en handhaafbaar beleid, zonder te grote administratieve lasten;
- Het ‘voor wat, hoort wat’ principe staat centraal om ondernemers voldoende toekomstperspectief te geven. Hierbij hoort dat ondernemers beloond worden voor hun inzet op gebied van waterconservering, -infiltratie en -vasthouden;
- Het nieuwe beleid richt zich op álle teelten, niet alleen op grasland zoals nu het geval is;
- De grondwaterpartners werken samen met ondernemers aan beschikbare technieken, zoals het digitale Bedrijfsbodem- en waterplan, debietmeters op beregeningsputten, een doelmatig grondwatermeetnet en (kennis over) efficiënte beregeningstechnieken;
- Het beleid moet duidelijkheid bieden aan de individuele ondernemer en houdbaar zijn voor de komende generatie;
- De grondwaterpartners zien twee mogelijkheden om te voldoen aan de wettelijke randvoorwaarde dat gewerkt wordt naar een gezonde evenwichtssituatie van het grondwater:
- Sturen op grondwaterstanden en het instellen van onttrekkingsverboden (regionale afspraken), of
- Werken met beregeningsruimte bij aanvang groeiseizoen (individuele afspraken), waarbij een onttrekkingsverbod alleen in beeld is bij extreme droogte.
- Aan beide varianten kleven voor- en nadelen. Die onderzoeken de grondwaterpartners in uitvoeringspilots in 2023 en 2024 (in ieder geval in omgeving Zundert en De Groote Peel).
- Met sport- en golfterreinen die beregend worden maken we sectorspecifieke afspraken in lijn met de afspraken die we met agrariërs maken.
In 2023 starten we de uitvoeringspilots op. Met de ervaring die we in de praktijk opdoen, optimaliseren we het concept beregeningsbeleid in de winter van 2023-2024. Na een transitieperiode van zo’n 3 jaar is het de intentie van de grondwaterpartners om het nieuwe beregeningsbeleid vanaf 2027 definitief in te laten gaan en er in de jaren ervoor stapsgewijs naar toe te werken.