Een jaar na het schrijven van onze whitepaper over waterstof, is de discussie over dit thema nog steeds volop gaande. Dat waterstof een belangrijke rol gaat spelen in de energietransitie, staat buiten kijf. Maar waar en wanneer, daarover zijn de meningen nog verdeeld.
Vrijwel alle waterstof die nu in Nederland wordt geproduceerd, is grijs. Oftewel: gemaakt van aardgas, waardoor er CO2 vrijkomt. Een grootschalig intrede van waterstof blijft dan ook voorlopig uit, zo kopte ook het Financieel Dagblad. Bottom line van het artikel: waterstof zonder CO2 uitstoot, bijvoorbeeld uit duurzame elektriciteit, is voorlopig schaars en daarom duur.
Eerder pleitte ik daarom voor selectieve inzet van waterstof en het verduurzamen van de grijze waterstof die we nu al inzetten. Het Financieel Dagblad meldt dat de Nederlandse waterstofproductie één van de grootste broeikasbronnen van het land is. Bijvoorbeeld door de huidige inzet van grijze waterstof bij het ontzwavelen van brandstoffen. Met het verduurzamen van deze stromen is dus allereerst veel winst te behalen.
Er zijn efficiëntere technieken
Als we waterstof ook voor andere doelen willen gaan inzetten, moeten we dat zorgvuldig doen. Het is begrijpelijk dat via pilotprojecten de mogelijkheden van waterstofgas voor de gebouwde omgeving worden onderzocht om kennis en ervaring op te doen. Maar op dit moment bestaan er al efficiëntere en bewezen technieken voor de gebouwde omgeving en personenmobiliteit die werkelijk inzetbaar zijn om te verduurzamen.
Laten we daarop inzetten. Waar bewezen en efficiënte technieken niet geschikt zijn, bijvoorbeeld in woningen zonder spouwmuur of in zwaarder vervoer zoals scheepvaart, kan groene waterstof of een andere duurzame innovatie op termijn mogelijk uitkomst bieden. Maar niet alles hoeft tegelijkertijd.


Geen heilige graal
Deze boodschap verkondig ik niet voor het eerst en ik ben ook niet de enige. Toch is het beeld hardnekkig dat waterstof al op korte termijn en overal uitkomst gaat bieden. Veel mensen zien waterstof als de heilige graal in de gebouwde omgeving. Mogelijk heeft dat te maken met het feit dat waterstof voor de gebruiker een eenvoudig alternatief lijkt voor aardgas in de woning. Minimale aanpassingen aan het aardgasnet en minimale aanpassingen aan de cv-ketel. Dat incomplete beeld strookt met de behoeften die ontstaan als een innovatie zijn intrede doet: verenigbaar met het huidige systeem en weinig complexiteit voor de gebruiker. Dit verhaal mist echter nuance over duurzaamheid, schaarste en de oorsprong van waterstof.
Beeldvorming is te eenzijdig
Toch blijft dit vereenvoudigde beeld aanlokkelijk voor velen. Voor beleidsmakers die de energietransitie zo aantrekkelijk mogelijk willen maken, voor gebouweigenaren omdat zij hopen op een duurzame oplossing die eenvoudig is en voor partijen die fossiele brandstoffen als business hebben en de verschuiving naar duurzame energie mogelijk als een bedreiging ervaren. De beeldvorming over waterstof is daarmee te eenzijdig.
Taak voor de overheid
Overheden en specifiek gemeenten hebben naar mijn idee een taak om deze verwachtingen te nuanceren en het eerlijke verhaal te vertellen. Voor gemeenten begint dat met een heldere visie op waterstof. Dat hoeft geen ellenlang document te zijn, maar wel een gedragen beeld over waterstof in de energietransitie, bijvoorbeeld als onderdeel van de bredere duurzaamheidsvisie of transitievisie warmte. (zie ter inspiratie ook Box 2 van onze whitepaper). Vervolgens moet die visie ook worden uitgedragen, bijvoorbeeld via de website, in vervolgplannen en in samenwerking met het energieloket. Op die manier weten inwoners in de verdere stappen van de energietransitie waar ze wel en waar ze niet aan toe zijn.
Dit artikel is van de hand van oud-collega Tomas Matthijsen.
Wil jij een kennissessie houden over de organisatie, visievorming of ondersteuning bij communicatie rondom (groene) waterstof? We denken hierover graag met je mee. Neem contact op met Ard Lammertink