Ik ben bijna twee jaar geleden gestopt met tophockey. Mijn intrinsieke motivatie nam zienderogen af toen ik net niet aan kon haken bij het Nederlands elftal en ik geen hoger doel meer had om naar toe te werken. Waar deed ik het nog voor? Ik ging met tegenzin naar trainingen en ik kon het niet meer opbrengen altijd mijn best te doen. Dat alles had natuurlijk effect op mijn prestaties. Een samenloop van omstandigheden gaf het laatste zetje. Ik besloot te stoppen.

De kracht van (het gebrek aan) intrinsieke motivatie heb ik in die periode heel duidelijk ervaren. Tijdens het programmaonderdeel van de Burgermeester Academie in Leeuwarden kwam de kracht van intrinsieke motivatie weer op mijn pad, maar dan op een andere manier. Flor Avelino vertelde haar verhaal over “macht in transities”, waarin intrinsieke motivatie een belangrijke rol speelt.

Empowerment door plezier

Kort samengevat: macht (power) kun je definiëren als het vermogen van mensen om een doel te verwezenlijken. “Empowerment” is het proces waarin mensen geloven dat zij in staat zijn om hun omgeving te beïnvloeden in een gewenste richting. Empowerment is onder andere afhankelijk van intrinsieke motivatie. Bij intrinsieke motivatie komt de motivatie om te investeren in een activiteit waarmee de omgeving wordt beïnvloed voort uit de positieve ervaringen die een persoon afleidt uit de betreffende activiteit. Simpel gezegd: mensen doen iets omdat ze het leuk vinden. Een positieve ervaring komt tot stand op basis van onderstaande vier dimensies:

  1. impact: de mate waarin mensen het gevoel hebben verschil te kunnen maken.
  2. competentie: de mate waarin mensen het gevoel hebben ergens goed in te zijn.
  3. betekenis: de mate waarin de activiteit die mensen uitvoeren aansluit bij hun normen, waarden en interesse.
  4. keuze: de mate waarin mensen zelf gekozen hebben de activiteit uit te voeren.

Hoe positiever deze dimensies worden ervaren, hoe meer intrinsieke motivatie een persoon heeft om de activiteit uit te voeren en hoe leuker de persoon het dus vindt om te doen. En andersom geldt dat net zo… In mijn laatste hockeyjaar kon ik het verschil niet meer maken in het team (1), doordat ik niet in mijn flow zat en bij lange na mijn niveau niet haalde (2). Bovendien verschoof mijn interesse van het in zichzelf gekeerde sportwereldje naar buiten (3) en voelde trainingen steeds meer als een verplichting (4). Weg intrinsieke motivatie.

Plezier als beleidsdoelstelling

Waarom dit verhaal relevant is voor de Burgermeester Academie? Omdat wij ambtenaren meer inzicht willen geven in hoe zij initiatiefrijke bewoners nog meer kunnen empoweren zodat hun initiatieven nog meer verschil kunnen maken. De boodschap: houd het leuk!

Als je op die manier kijkt naar participatie, dan is het vreemd dat in geen enkele participatienota de doelstelling is opgenomen dat participeren leuk moet zijn. Terwijl participatie bewoners toch moet empoweren?! Nu ik het zo bekijk vind ik het dus niet vreemd dat veel participatieprocessen als mislukt worden beschouwd.

De meeste participatienota’s beschrijven vooral op welke niveaus bewoners mee mogen denken, vaak aan de hand van de participatieladder. Er is weinig of geen aandacht voor de beleving van bewoners in participatieprocessen, laat staan dat het leuk gevonden mag worden. In veel participatieprocessen wordt met name op de eerste drie dimensies van intrinsieke motivatie slecht gescoord. (1) Bewoners hebben niet het gevoel veel impact te hebben, doordat niet goed wordt teruggekoppeld wat er met hun input wordt gedaan. Of de kaders zijn zo krap, dat er nauwelijks iets te participeren valt. (2) Ik zie ook vaak dat bewoners nauwelijks participeren omdat de inhoud ongrijpbaar is door een (goedbedoelde) overkill aan informatie of door erg technisch of ambtelijk taalgebruik. Bewoners voelen zich dan “dom”. (3) En tot slot zijn de onderwerpen waarin bewoners mogen participeren soms onderwerpen die bij hen helemaal niet leven, niet als probleem worden ervaren, of waar de urgentie niet van wordt gevoeld.

Het participatieproces wordt er dan niet leuker op, van empowerment is geen sprake en bovendien is de gemeente vaak ook ontevreden. Want een participatieproces voelt al snel mislukt als maar weinig burgers input leveren. Wat heeft het hele proces dan voor zin gehad?

Mijn oproep aan gemeenten is dus om participatie vooral leuk te maken! In plaats van de participatieladder als houvast te gebruiken stel ik daarom een ander soort ladder voor: de motivatieladder. Dat is slechts één woord verschil. Moet te doen zijn, toch?! 😉

Gepubliceerd: 25-03-2014