Wat hebben de Omgevingswet en de warmtetransitie met elkaar te maken? Op het eerste gezicht niet veel zou je zeggen. De ene is wetgeving en de andere een concrete transitie op energiegebied. Ze stellen gemeenten echter allebei wel voor grote uitdagingen. De Omgevingswet biedt daarbij een aantal interessante instrumenten om de warmtetransitie in gemeenten te helpen. Ze hebben daarmee meer met elkaar te maken dan je zou denken.
De energietransitie en warmtetransitie
Gemeenten en provincies werken op regionaal niveau aan de Regionale Energiestrategie (RES). Hierin staan voor elke energieregio de keuzes met betrekking tot het opwekken van duurzame energie en welke warmtebronnen gebruikt moeten worden om van het aardgas af te gaan. Gemeenten zelf zijn tegelijkertijd bezig met de Transitievisie Warmte (TVW). Elke gemeente in Nederland moet voor eind 2021 een TVW vastgesteld hebben. Een TVW wordt samen met vastgoedeigenaren, bewoners, netbeheerders, medeoverheden en andere belangrijke stakeholders gemaakt. Hierin staan alternatieven voor aardgas beschreven met voor elke wijk een stappenplan en planning.
De Omgevingswet
Terwijl er hard aan de warmtetransitie wordt gewerkt, staan we ook aan de vooravond van de invoering van de Omgevingswet waarvoor de invoeringsdatum nog niet bekend is. De Omgevingswet bundelt alle wetten op het gebied van de fysieke leefomgeving in één wet. De Omgevingswet heeft als doel om de regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening te vereenvoudigen en inzichtelijker te maken om te komen tot een gezonde fysieke leefomgeving. Belangrijk doel van de wet is ook om de samenleving een andere rol te geven in de inrichting van de fysieke leefomgeving.
Wat betekent dit voor de warmtetransitie op wijkniveau?
Door de invoering van de Omgevingswet zijn er nieuwe kansen ontstaan voor de grote opgave om de gebouwde omgeving van het aardgas af te krijgen. De Omgevingswet bevat een aantal instrumenten om deze opgave te ondersteunen en zelfs te versnellen. In het instrument Omgevingsvisie maken gemeenten strategische keuzes voor de lange termijn voor de fysieke leefomgeving en dus ook op het gebied van bijvoorbeeld de vermindering van broeikasgassen binnen gemeentegrenzen. De ruimtelijke inpassing van energiebronnen -en infrastructuur wordt bijvoorbeeld in de omgevingsvisie vastgelegd. De ambities uit de TVW vormen dan ook bouwstenen voor de omgevingsvisie. De TVW wordt daarnaast gedetailleerd uitgewerkt per wijk in een wijkuitvoeringsplan. De wijkuitvoeringsplannen benoemen per wijk voorkeuren voor de warmtevoorziening die het gas zal gaan vervangen. In het Omgevingswetinstrument Programma kan een wijkuitvoeringsplan verder worden uitgewerkt, bijvoorbeeld welke maatregelen en acties moeten worden genomen en de inzet van gemeentelijke mankracht en kosten om aardgas uit te faseren en om dus de ambities uit de omgevingsvisie invulling te geven. In het instrument omgevingsplan tenslotte, worden doelen of maatregelen uit de omgevingsvisie en/of het programma vertaald in concrete regelgeving.

Een ander doel van de Omgevingswet is om niet meer sectoraal te werken maar meer integraal. Hierdoor kunnen gebiedsgericht op een integrale manier belangen en opgaven worden meegenomen om een goede afweging te maken tussen de verschillende opgaven die in een gebied spelen. De samenhang tussen opgaven en uitvoering komen hiermee centraal te staan.
Door een duidelijk onderscheid te maken welke onderdelen van de warmtetransitie in de instrumenten van de Omgevingswet komen, kan binnen hetzelfde abstractieniveau meer samenhang worden bereikt tussen gebiedsgerichte opgaven.
Participatie
Er is nog een onderdeel van de Omgevingswet dat belangrijk is voor de warmtetransitie, namelijk participatie. De transitie van aardgas naar duurzame warmtebronnen heeft hoe dan ook een grote impact op bewoners en vastgoedeigenaren. Communiceren over iets dat nog niet vastomlijnd of ‘zeker’ is, is uitdagend en spannend voor gemeenten. Het is echter wel essentieel om bewoners en vastgoedeigenaren vroegtijdig te betrekken in het proces om te komen tot een TVW, maar later ook goed te helpen in de uitvoering.
Participatie is onder de Omgevingswet verplicht in de vorm van een motiveringsplicht voor gemeenten bij het opstellen van een omgevingsvisie, programma en omgevingsplan. Door op een goede manier vanaf een vroeg stadium invulling te geven aan participatie kunnen bewoners mede invulling geven aan hun eigen toekomstige leefomgeving.
Het is hierbij belangrijk om een duidelijke participatieaanpak op te stellen met daarin beschreven wat de gemeente wil ophalen bij inwoners, welke doelgroepen daarbij bereikt moeten worden en op welke manier dit het beste gedaan kan worden. Daarbij worden steeds meer verschillende online -en offline communicatiemiddelen op een creatieve manier ingezet om jong en oud te laten meedenken over de toekomst van hun eigen leefomgeving. Dit is bijvoorbeeld goed te zien bij de participatie voor het opstellen van de omgevingsvisie in Heemskerk, de Bommelerwaard of Lingewaard. Om uiteindelijk te komen tot een gedragen omgevingsvisie die is gemaakt door de gemeente met haar inwoners die wordt doorvertaald naar programma’s en het omgevingsplan. Waar mogelijk is het goed om bij participatie voor de omgevingsvisie al vragen mee te nemen waarvan de antwoorden relevant zijn voor de TVW. Ook hier geldt dat dan op een meer integrale manier de samenhang tussen verschillende opgaven in een gebied inzichtelijk wordt.