Vorige week rapporteerde de NOS over de geplande opruiming van 600 productieplatforms in de Noordzee. Het Nederlandse aandeel telt 150 productieplatforms. Door de energietransitie verliezen deze platforms hun functie: de winning van fossiele brandstoffen. Ontmantelen en omsmelten lijkt het onvermijdelijke einde voor deze knalrode of – gele stalen reuzen. In de gedachte van een circulaire economie, waar we streven naar maximale behoud van waarde van grondstoffen, zou dit een grote misser zijn. De productieplatforms zijn onderdeel van ons collectief geheugen. Het geeft herkenning aan een tijdperk en daarmee een vorm van cultureel erfgoed. En dat is nog los van de waardevolle stalen en betonnen, direct te hergebruiken constructie.
In dat licht zijn deze platforms, waar immers al tijdelijk op gewoond wordt, mogelijk in te zetten als middel voor de grote woningbouwopgave in Nederland. Zo gaat Rotterdam ruim 30.000 woningen bouwen tot 2030. Amsterdam heeft een bouwopgave van ruim 50.000 woningen tot 2025. De vraag naar woonruimte is groot, maar de ruimte is zoals altijd schaars. Met de inpassing en herontwikkeling van 150 productieplatforms zijn er in potentie 10.000 wooneenheden mogelijk. Menig wethouder zou tekenen voor dergelijke aantallen. Maar waar kunnen we zoveel woningen kwijt?
De inpassing van olieplatforms in de stedelijke gebieden kan bijdragen aan het efficiënter benutten van de bestaande ruimte. Meervoudig ruimtegebruik door stapeling van functies is immers een bekend fenomeen. Kijk maar naar ‘De Nieuwe Stad’ in Amersfoort waar nieuw kantoorruimte op bestaand industrieel vastgoed is gerealiseerd. Ook gestapeld wonen is in de Randstad geaccepteerd, mede door projecten als het Kareldoorman gebouw Rotterdam en Zuidpoort in Delft. Daarnaast is industrieel wonen razend populair geworden. Bewezen door gebieden als Strijp-S in Eindhoven, de NDSM Werf in Amsterdam en de woningbouw in de Rotterdamse Merwe-Vierhavens. De productieplatforms lenen zich goed voor gestapeld en industrieel wonen.
Luchtfietserij of een potentiële oplossing voor onze woningbouwopgave?
Uiteraard zijn er risico’s gebonden aan de verplaatsing en herontwikkeling van dergelijke platforms. Zo moet er rekening worden gehouden met de opgeslagen olie in de voeten van de platforms die niet mogen lekken. Waarschijnlijk is enkel de toplaag geschikt voor het plaatsen van woningbouw. Daarnaast is het nog maar de vraag of de woningen op oude platforms qua risicoprofiel interessante beleggingsobjecten zijn voor investeerders. Zo zal bijvoorbeeld het onderhoudsniveau veel hoger liggen dan bij reguliere appartementen.
Er is maar één manier om daar erachter te komen. Er is vijf miljard nodig voor het opruimen van de Nederlandse productieplatforms. Laten we onderzoeken hoeveel kosten we zouden kunnen besparen door hergebruik van productieplatforms ten behoeve van de achterlopende woningbouwopgave op het vaste land. En hoe mooi zou het zijn als de allereerste aardgasvrije woningplatform ter wereld wordt gerealiseerd!