Dit weekend heb ik de BMW i3 van ons wagenpark mee mogen nemen voor een proefrit. Ik had een weekend voor de boeg met veel verschillende locaties. Vrijdag een workshop in Delft, zaterdag een lezing in Amsterdam, ’s avonds een verjaardag in Nijmegen, zondag een lunch in Wageningen en een avondje sauna in Nederasselt. Vier van de vijf afspraken waren op locaties waar ’s avonds geen bus of trein meer komt, dus mijn auto zou intensief gebruikt moeten worden.
Donderdag kregen we de melding dat er vrijdag een BMW i3 werd toegevoegd aan het wagenpark van Over Morgen. Onder het mom van practice what you preach is Over Morgen het Low Car Diet aangegaan: een uitdaging waarbij bedrijven gaan besparen op hun CO2 uitstoot. Hiervoor heeft Over Morgen de komende tijd drie elektrische wagens ter beschikking gesteld en vraagt haar medewerkers om deze als deelauto te gebruiken voor afspraken en indien mogelijk woon-werk verkeer. Misschien een beetje brutaal als nieuwste werknemer, maar ik reserveerde als eerste deze elektrisch auto voor het weekend. Als onderdeel van de elektrische mobiliteitsteam wilde ik het nu wel eens meemaken hoe het is om elektrisch te rijden.
Ik verwachte een epische queeste van zogenaamde “range anxiety” en het speuren naar laadpalen alsof het geocatching (schatzoeken met een GPS) was. Afgelopen donderdag beloofde ik mijn collega’s een verslag van laden op 7 plaatsen en 383 km elektrisch. Maar het was allemaal wat minder spannend. Met een range van 190 km (onder gunstige omstandigheden) had ik weinig te vrezen. Mijn eerste rit was vanuit ons kantoor in Ede naar Delft. Ik moest om half 9 een workshop geven en verwachtte dat het niet zou lukken om via mijn woonplaats Den Haag naar Delft te rijden zonder tussendoor een half uur te moeten laden. Daarom had ik geregeld dat ik kon eten bij een vriend in Delft. Teleurgesteld, bleek bij aankomst dat ik helemaal niet hoefde te laden. Terwijl ik gewoon 110 op de snelweg had gereden, had ik nog 90 km range over.
Op de terugweg van Delft naar Den Haag reden we (coole auto = vriendin meenemen) langs de IKEA. In een opwelling besloten we dat we daar de volgende dag wel eens konden gaan ontbijten. De volgende ochtend reden we de parkeergarage van de IKEA in. Wat een heerlijke rust om in een EV door een parkeergarage te rijden: super stil en zonder uitstoot glijdt de auto over de betonnen vloer langs de andere bezoekers. Wat moet het fantastisch zijn om in de toekomst uit je auto te stappen in een stille parkeergarage en geen uitlaatdampen meer in te hoeven ademen.
Die middag zou ik nog een lezing bezoeken van de alumni universiteitsvereniging in Amsterdam. Nu is elektrisch rijden qua uitstoot wel neutraler dat een verbrandingsmotor, maar het kan nog steeds niet op tegen de trein. De treinverbinding tussen Den Haag en Amsterdam is goed en rijden/parkeren in de Amsterdamse binnenstad is nog steeds een kriem, dus toch maar het OV gepakt.
’s Avonds had ik de langste rit van het weekend voor de boeg: van Den Haag naar Nijmegen. Een rit van 138 km, maar met de i3 kon ik met een gerust hart meekomen met de andere auto’s op de snelweg; gewoon 120 km/h waar dat mag. Aangekomen in Nijmegen, wees de navigatie ons naar de dichtstbijzijnde laadpaal en liepen we drie straten naar onze bestemming. Daar zijn we ongeveer 3 uur geweest. Sindsdien heb ik niet meer hoeven laden, terwijl we van Nijmegen naar Horssen, Horssen – Wageningen en weer terug, Horssen -Nederasselt en weer terug hebben gereden.
Dan nog even over de auto. Waar de Tesla om bekend staat is zijn acceleratie. Deze is bij de BMW i3 iets minder, maar nog steeds vele malen beter en leuker dan bij een gemiddelde verbrandingsmotor. Zelf rijd ik ook een automaat, een Seat Arosa. Als ik vanuit een zijweggetje een provinciale weg op wil, sta ik vaak lang te wachten op een groot gat tussen twee bestuurders, zodat ik de tijd heb om mijn auto op snelheid te laten komen. Bij een elektrische auto is daar geen sprake van. Je kunt je met een gerust hart tussen twee auto’s planten en binnen 4 tellen ga je met 80 km/h met de flow van het verkeer mee. Dit zelfde principe geldt voor inhalen op de snelweg. Je wisselt gewoon van baan en binnen twee tellen rijd je 110 in plaats van 90. Ik verwacht dat meer elektrisch rijden minder files gaat veroorzaken omdat de doorstroom beter kan worden.
Ook vanwege de adaptive cruise control. Je zet de cruise control aan en de auto houdt zelf rekening met de afstand tot je voorganger. Gaat deze langzamer dan de door jou ingestelde snelheid, dan past je auto zich aan. Wissel je van baan en heb je ruimte voor je, dan accelereert de auto automatisch tot jouw ingestelde snelheid. In eerste instantie een heel raar gevoel dat de auto voor jou remt en accelereert, maar mij geeft het een heel veilig gevoel. In Nijmegen ben ik zelfs tot een rood stoplicht gegaan op cruise control. En ja, als de auto voor jou stilstaat, remt de i3 ook tot dat je stilstaat. Geen kettingbotsingen meer dus. Als je in een auto zit die zelf remt en optrekt, voel je dat zelfrijdende auto’s ook niet ver weg meer zijn.
En stel, er sprake is van verkeerscongestie in een tijdperk met alleen elektrische auto’s (ondanks de adaptive cruise control en snelle acceleratie), dan kun je in zo’n file met een gerust hart je raampje opendraaien. Geen auto’s die jou staan te vergassen in de file, geen lawaai van ronkende motoren. 2020: Het is file, je raam staat open en je hoort de vogels fluiten terwijl een zacht briesje het interieur van je auto verfrist. Terwijl de adaptive cruise control optrekt en afremt wanneer de file weer in beweging komt, ben jij rustig een boekje aan het lezen of met twee handen een sinaasappel aan het pellen…
De laatste avond, voordat ik de volgende dag weer naar kantoor in Ede ging, heb ik de auto opgeladen in de schuur bij m’n vriendin thuis. Daar stond hij, de elektrische auto, de Messias van een schonere toekomst, op te laden bij de schaapjes in de stal.
Veel plezier, EV-rijders!