Het continent Noord-Amerika wordt steeds groener. Net terug uit de States lees ik het bericht dat de USA, Mexico en Canada getekend hebben voor 50% hernieuwbare energie binnen 10 jaar. Dat sluit aan bij het enthousiasme dat ik in toenemende mate zie bij Amerikanen voor duurzame oplossingen. De Nederlandse techniek voor opslag van duurzame energie in de bodem wordt door de staat New York bijvoorbeeld gezien als dé oplossing voor verduurzaming van de stad. In onze pogingen deze techniek in de VS aan de man te brengen vinden we dan ook alle deuren wagenwijd open en worden we warm verwelkomd. De Amerikanen roemen ons groene ondernemerschap, onze focus op energie-efficiëntie en Nederland als gidsland op het gebied van duurzaamheid.
Maar we zijn helemaal niet zo duurzaam als de Amerikanen denken. Het gebruik van sterk vervuilende stroom opgewekt door kolen is vorig jaar opnieuw met 35% toegenomen. We bungelen onderaan de Europese duurzaamheidslijstjes met maar nauwelijks 12% hernieuwbare bronnen. Succesvolle stimuleringsregelingen op het vlak van bijvoorbeeld isolatie en elektrische auto’s worden afgeschaft of uitgekleed. Stevent Nederland af op een “Nexit” uit de Europese duurzaamheidsdoelstellingen?
De Britten ervaren nu al de negatieve consequenties van hun uittreden uit de Europese Unie. Ook wij zullen negatieve consequenties ervaren als we niet beter ons best gaan doen om de duurzaamheidsdoelen, die zo met de mond beleden worden, ook echt te gaan halen. Een schoon klimaat wordt namelijk wereldwijd een belangrijke asset. Denk aan al die Chinezen, die hun door kolendamp verstikte steden ontvluchten. Velen van hen investeren graag in Nederland, geroemd om z’n schone luchten. En juist wij gaan meer kolen opstoken!
Maar ook directe groene werkgelegenheid staat op het spel. Op de conferentie voor “district energy” in Minneapolis vorige week, wemelde het van de Zweden en Denen. Zij hebben jaren geleden al gekozen voor duurzame warmtenetten in hun land. Ze verdienen nu goed geld met het ontwerpen en realiseren van deze netten in het buitenland, waaronder dus de USA. Hetzelfde geldt voor windenergie. De Denen hebben daarin het koploper stokje overgenomen van Nederland en een florerende windenergie-economie opgebouwd met bijbehorende miljardenomzetten. Onderwijl verzuipen onze Nederlandse inspanning gericht op windenergie in het moeras van regelgeving en bestuurlijk dralen.
Nederland wordt, onterecht, internationaal nog gezien als een schoolvoorbeeld van duurzame economie. “Let’s put our money where our mouth is” en laten we langjarig, consequent, duurzaam gaan handelen. Dat handelen gaat ons naast een prettig leefbaar land ook geld opleveren. We moeten niet vervallen in kortstondig winstbejag en “onderbuikgevoel”. De Brexit heeft ons allen getoond waar dat soort emoties uiteindelijk toe leiden. Nederland als absolute koploper van duurzaam Europa, daar moeten en gaan we naar streven. Dat gaan we, op alle fronten, rijk mee worden. Dat wordt ons cadeau aan de komende generaties!