Om het thuiswerken een beetje te doorbreken, trok adviseur duurzame mobiliteit Nick Knoester erop uit om even een onderzoekje te doen naar de capaciteit van de parkeergarage onder zijn appartement. Hij kwam tot de conclusie dat die parkeerbak wel iets kleiner had gekund. De parkeervraag is ruimschoots overschat, terwijl er niet eens sprake was van reductie door inzet van deelmobiliteit.
Mijn appartementencomplex in het Amsterdamse Amstelkwartier is gebouwd in de tijd dat een projectontwikkelaar wél (of nog) op eigen terrein een parkeeroplossing moest vinden, maar deelauto’s nog geen hot topic waren bij gebiedsontwikkeling.
Er werden in ieder geval geen parkeervergunningen op straat verleend aan de bewoners. Daarvoor diende de projectontwikkelaar een parkeergarage te bouwen. Door de creativiteit die thuiswerken en corona met zich meebrengen, heb ik eens een klein onderzoekje gedaan naar hoe dat nu in de praktijk heeft uitgepakt. We zitten nu immers in een soort vacuüm dat interessante inzichten geeft.
Observeren in de kelder
De meeste van m’n buren werken thuis (ik neem aan en hoop toch wel driekwart) en ik kan vrijwel uitsluiten dat ze op de piste in Frankrijk of Oostenrijk staan. De school om de hoek is dicht en het kantoor van de overburen (Waternet) is ook dicht, dus geen bezoekers en inhuur die hun auto overdag in de straat parkeren. Bovendien is er ook weinig bezoek te verwachten op zo’n doordeweekse dag. Kortom, vrijwel alle auto’s die er nu staan zijn van bewoners en alle bewoners zijn thuis. Mooi moment om eens te gaan observeren hoeveel auto’s er nu op straat en in de parkeergarage onder het complex staan.

Tellen maar
Op straat is haast geen auto te bekennen, wat dus verklaarbaar is want daar kunnen de bewoners niet parkeren. Die parkeren ondergronds. Als ik de parkeernummering moet geloven zijn er 119 plekken. Om half 11 ’s morgens zijn er 64 plekken leeg. Zouden er dan 64 buren wel ergens op een kantoor zitten? Ik check het ’s avonds nog eens, neem aan dat er niemand op pad is richting sportschool of vrienden en dat het aantal hamsteraars dat met de auto naar de supermarkt is te verwaarlozen is. Bij de avondmeting zijn er 59 plekken leeg. Precies de helft dus.
Te conservatief berekend?
Een simpele conclusie is dat er volgens mij veel te veel parkeerruimte is gebouwd en dat de parkeervoorziening te conservatief berekend is (terwijl Amsterdam nou niet bepaald een conservatieve gemeente is op het gebied van parkeernormering). Dit roept wel wat vragen op. Had men de bewoners autominnender ingeschat? Was men vergeten dat er een metro en IC-station om de hoek liggen? Zijn de maandelijkse parkeerkosten te afschrikkend? Vreesde men het zonder royale parkeerbak niet aan een belegger kwijt te kunnen?
Voorkom zo’n mismatch
Volgens mij kan zo’n mismatch tussen parkeervraag en parkeeraanbod voorkomen worden door goed naar o.a. de doelgroep, de OV-bereikbaarheid en de prijsprikkel van de parkeerkosten te kijken. Dan hadden we meer groen op straat kunnen hebben of meer woningen kunnen bouwen. Of mijn huur had iets lager kunnen zijn, doordat die halflege parkeergarage niet doorberekend wordt…
En dan is de inzet van deelauto’s (al dan niet gedeeld met Waternet), deelbakfietsen en betere stallingsvoorzieningen voor snelle fietsen niet eens meegenomen. Misschien hadden we zelfs met een derde van wat de parkeerbak nu is afgekund. Best een eyeopener.
Wil je een keer met mij sparren over de inzet van efficiëntere en slimmere inzet van parkeerruimte en deelauto’s in gebiedsontwikkeling?
Stuur een uitnodiging met videoconferencelink via Teams, Zoom of Skype naar nick.knoester@overmorgen.nl