Deze zin staat op de gevel van de Reichstag: het Duitse Parlement. We hebben ons gedurende een bezoek aan Berlijn verdiept in hoe ‘dem Deutschen Volke’ de gebiedsvernieuwing en stadsontwikkeling van Berlijn organiseert. En ja, er is voor ons Hollanders veel te leren van de Duitse wijze, maar daarover meer in een volgend blog. We kwamen namelijk een ander zeer hardnekkig en herkenbaar verschijnsel tegen: de blindheid, naïviteit of onderschatting van de machthebbers op het pluche voor ‘Dem Volke’.
Het betreft hier de niet onbekende tragedie van het oude vliegveld Tempelhof. Eens de trots van de nazi’s waar meer dan een miljoen Duitsers werden toegesproken en opgehitst. En gedurende de Koude Oorlog het waardevolle eindpunt van een luchtbrug die de enclave West-Berlijn van de broodnodige voorraden en westerse luxe voorzag. Na een referendum waarin de bevolking zich uitsprak voor de sluiting van de luchthaven vertrok in 2008 het laatste vliegtuig en kon het proces over de nieuwe bestemming van het vliegveld echt beginnen. En het gaat nogal ergens over: 380 hectare open ruimte midden in Berlijn. Het proces van de herbestemming van het vliegveld werd een tragedie voor de machthebbers (in dit geval de gemeenteraad van Berlijn) en achtervolgt hen nu nog steeds.
Een rinkelende kassa
Het stadsbestuur en parlement van Berlijn had natuurlijk al lang bedacht dat het gebied bebouwd moest worden om te voorzien in de nodige woningen maar ook maatschappelijke en commerciële voorzieningen. En niet onbelangrijk: de kassa kon ook eindelijk weer eens rinkelen voor de Berlijn, een stad met weinig financiële slagkracht. Er werd een plan gemaakt, de inkomsten stonden al met potlood in de gemeentelijk begroting genoteerd en de graafmachines stonden al bijna klaar. Maar ja, hoe vertellen we ‘dem Deutschen Volke’ wat we gaan doen met het oude vliegveld? De oplossing werd gevonden in een marketingbureau dat was ingehuurd om het plan aan de Berlijners te verkopen. Mooie metaforen, plaatjes en veel gebruik van de kleuren groen en blauw moesten de bevolking overtuigen. En er was in het plan ook echt rekening gehouden met deze bevolking: de ring om het vliegveld (circa 30% van het gebied) werd daadwerkelijk bebouwd en het middengedeelte bleef open. Kernboodschap: we geven ‘dem Deutschen Volke’ 70% van het gebied cadeau, dat moet goedkomen!
Maar ook deze machthebbers kwamen bedrogen uit. Het simpele feit dat ze eerst een plan maakten, zichzelf daar op instelden (ongetwijfeld oprecht overtuigd waren van hun goedheid) en toen pas ‘het gesprek’ met ‘dem Deutschen Volke’ aangingen, deed ze das om. Als je van iets dat al 100% van ‘dem Deutschen Volke’ is, zegt dat 70% als cadeautje wordt teruggegeven , zorgt dat voor een onrechtvaardig gevoel. Iemand wil ‘een dialoog’ met je aangaan maar straalt tegelijk uit dat de uitkomst al vast staat. Dan is er weinig meer nodig om die gevoelens van minachting, gebrek aan respect en woede aan te wakkeren. Dan komt er opstand. En het tragische is dat de tegenstanders hardop zeggen: “waren ze gewoon het gesprek aangegaan zonder plan, dan was die 30% geen enkel probleem geweest. Maar nu…”
Verkeerde aanpak
Iedereen snapt dat je dit zo niet moet aanpakken. Ook de machthebbers op het pluche zijn geen domme mensen en snappen dit echt wel. Maar wat maakt het dat ‘het pluche’ toch telkens weer in die valkuil trapt? Want dit plan voor Tempelhof is niet het enige voorbeeld van een verkeerde aanpak. Is het ego? Zijn ze Oost-Indisch doof? Zijn er teveel ja-knikkers rond het machtscentrum? Of is het toch angst om de bevolking aan het begin bij een proces te betrekken en waarom dan?
Hoe dan ook: blijkbaar is het als gekozen volksvertegenwoordiger of bestuurder enorm moeilijk om te onthouden wie je ‘klanten’ ook al weer waren. Als we dat nu alleen beter onthouden en daar ook naar handelen, dan wordt de wereld toch een stuk minder ingewikkeld, prettiger en beter.