Er is een overdaad aan prijzen, lintjes en awards voor duurzame projecten met een hoog ‘ons kent ons’ gehalte. “De echte doorbraken blijven uit” stelt hoogleraar Jan Rotmans in zijn artikel in de Trouw van 20 oktober jl.

Zijn voorgestelde oplossing: “Maak duurzaamheid van de gewone man”. Ik sluit me daar van harte bij aan en ben er trots op dat wij in Den Haag in toenemende mate de gewone man vinden. Maar hoe doe je dat dan? Graag geef ik een eerste antwoord, gebaseerd op de Haagse praktijk.

“Ik wil gewoon iets doen wat ik leuk vind en trots op kan zijn.”
Een van de drie pijlers van de Haagse participatie aanpak op duurzaamheid is ‘loslaten op inhoud, sturen op proces’. Achterliggende overtuiging is dat we mensen willen raken in hun eigen motivatie en ze daarmee ook activeren. “Ik wil gewoon iets doen wat ik leuk vind en waar ik trots op kan zijn” is een veelgehoorde opmerking in het gesprek wat ik voer met de ‘gewone man’. Als de motivatie is gevonden, is het zaak om de daarbij loskomende energie in te zetten voor de juiste projecten in de wijk. Het gaat dan om simpele dingen en klein beginnen: een gezamenlijke moestuin met de straat, met buren de woning isoleren of ledlampen en/of zonnepanelen inkopen. De gemeente is de katalysator van deze energie en kan een initiatief versnellen. Het mooie is dat een katalysator maar even nodig is om een proces op te starten en dat het vervolgens vanzelf loopt! Optimaal gebruik maken van de kracht van de stad en gelijk een mooie bezuiniging op inzet van ambtelijke uren.

Zoveel gewone mensen, zoveel gewone motivaties
Iedereen heeft een eigen motivatie om dingen te doen, zo ook op het gebied van duurzaamheid. Voor de één is het een simpele kwestie van geld besparen, de ander vooral gaat het vooral om het milieu. Zoveel gewone mensen, zoveel gewone motivaties. Het is de kunst om de motivatie per persoon en per locatie scherp te krijgen en te vertalen naar een actieplan.

Daarbij zie ik in Den Haag dat het proces van ‘motivatie naar concrete acties en duurzaam resultaat’ in grote lijnen overeenkomt; unieke motivaties komen langs een soortgelijk proces tot stand. Dit proces is daarmee reproduceerbaar, een goed houvast voor betrokken partijen en ook bruikbaar om versneld tot uitvoering te komen. De kunst is om het proces begrijpelijk te maken en te blijven verbinden met persoonlijke motivaties. Goed blijven luisteren en bereid zijn om aanpassingen te doen. Maar ook duidelijk zijn en hulp en steun bieden waar nodig. De belangrijkste lessen die we als gemeente hebben geleerd bij uitvoering van projecten in Den Haag! Voorbeelden van deze lessen in de praktijk zijn een vergaderzaal beschikbaar stellen, ’s avonds en in het weekend aanwezig zijn bij ontmoetingen maar ook begrip hebben voor een nog niet optimaal plan. Dit klinkt simpel maar is voor veel professionals nog een hele opgave.

Niet overnemen, maar faciliteren. Ondersteun initiatiefnemers maar maak er geen ‘verwendicapten’ van. De ‘gewone man’ wil graag geholpen worden en daarnaast het gevoel houden dat hij aan zet is en het proces inhoudelijk bepaalt.

Voorbeelden zijn hard nodig
Waar ik van mening verschil met Jan Rotmans is dat ik de prijzen, lintjes en awards wel waardevol vind. Ook het ‘ons kent ons’ netwerk hebben we nodig om het verschil te maken. Goede voorbeelden zijn hard nodig om ‘de gewone man’ te inspireren en te laten zien dat duurzaam echt werkt!. Maar je wilt liever door je buurman gewaardeerd worden dan door een hotemetoot. Dus de waardering an sich is heel belangrijk. De manier waarop deze waardering wordt getoond lijkt mij beter passen op lokaal niveau. Daar heeft Jan Rotmans zeker een punt.

Wat mij betreft gaan we hard werken aan een netwerk waar ‘ons kent ons’ wordt verbreed en waar we steeds vaker ‘de gewone man’ zien die veel dingen doet en er niet teveel over praat. Een duurzame nieuwjaarsborrel in de huiskamer van een actieve duurzame ‘gewone man’ lijkt mij een goed begin. Ik ken nog wel wat adresjes in Den Haag…

 

Gepubliceerd: 21-11-2013