Ooit ingesteld als middel om de tijdens de crisis vastgelopen woningbouwproductie te versnellen, wordt de Crisis- en herstelwet nu al enkele jaren ‘misbruikt’ als overgangsrecht naar de Omgevingswet. Vorige maand stemde de Ministerraad in met het voorstel van Minister Ollongren om de Crisis- en Herstelwet te actualiseren. Door de recente wijziging krijgen overheden nog meer mogelijkheden om ruimtelijke projecten te realiseren en bijbehorende procedures te verkoren, door instrumenten te gebruiken die straks terugkomen in de Omgevingswet. Door de recente wijziging wordt het in de praktijk makkelijker om projecten aan te melden. Tegelijkertijd worden de criteria om deel te nemen versoepeld. Mede door het oorspronkelijke doel wordt de Crisis- en herstelwet in de publieke opinie weleens neergezet als exponent van de lobby van projectontwikkelaars en bouwbedrijven. Want door de kortere procedures zouden mogelijkheden voor inspraak kunnen afnemen.
Als Over Morgen beschouwen we de wet en de bijbehorende status van experiment voor een project vooral als kans, mits ingezet als onderdeel van een goed gebiedsproces. Een kans om het werken met organische gebiedsontwikkeling ‘in de geest van de Omgevingswet’ echt in praktijk te brengen. In verschillende projecten werken we met het instrument ‘bestemmingsplan met verbrede reikwijdte’ onder de Crisis- en Herstelwet. Deze projecten worden door betrokkenen gezien als pilots Omgevingswet. Zo kan er kan nu al geoefend worden met de mogelijkheden die deze wet biedt.
Flexibiliteit in parkeernorm
Voor project World Food Center in Ede is bewust voor een bestemmingsplan verbrede reikwijdte gekozen, gezien de mogelijkheid om de plantermijn ter verlengen van tien naar twintig jaar. Daarnaast wordt onderzocht of bepaalde beleidsregels globaal kunnen worden opgesteld, om zo het college van B&W de kans te geven flexibel te kunnen inspelen op toekomstige ontwikkelingen. Concreet voorbeeld hiervan is de parkeernorm. Want door het stimuleren van duurzame mobiliteit is het vermoeden dat het autogebruik in de toekomst zal afnemen. Door goede monitoring ziet de gemeente kansen om de parkeernorm in de toekomst naar beneden bij te stellen.
Rekening houden met technische ontwikkeling
In de vernieuwing van de Groene Delta in Nijmegen wordt een transitie van fossiele naar duurzame energie op gang gebracht. De ontwikkelingen op het vlak van duurzame energiebronnen gaan dusdanig snel dat het lastig te voorspellen is wat er over 10 of 20 jaar allemaal technisch mogelijk is. De verbrede reikwijdte biedt hier vooral de kans om door het toepassen van een globale bestemming een toekomstbestendig bestemmingsplan vorm te geven. Daarnaast stimuleert het werken in de geest van de Omgevingswet om een open het gesprek aan te gaan met de omgeving over de ambities op het terrein.
Ruimte voor ambitie en latere invulling
Voor de binnenstedelijke transformatie van Klein Plaspoelpolder in Leidschendam-Voorburg werken we met het credo: “vastleggen wat moet, loslaten wat kan”. Dit komt terug in de werkwijze met spelregelkaarten. In deze spelregelkaarten, welke in brede participatie met de omgeving tot stand zijn gekomen, worden een aantal belangrijke randvoorwaarden vastgelegd maar verder vooral ambities geformuleerd. De gemeente bouwt zo vrijheid in voor marktpartijen om deze ambities naar eigen inzicht in te vullen. Met behulp van het bestemmingsplan verbrede reikwijdte kunnen we deze werkwijze ook publiekrechtelijk vastleggen. Zo hoeft bijvoorbeeld bij de vaststelling van het bestemmingsplan nog geen gedetailleerd woningprogramma bekend te zijn; de crisis- en herstelwet biedt ruimte om het exploitatieplan globaal te houden. Pas bij de vergunningsaanvraag moet er een gedetailleerd exploitatieplan of anterieure overeenkomst zijn. Daarnaast mogen ook een aantal technische onderzoeken worden doorgeschoven naar de vergunningsfase. Gedetailleerde onderzoeken kunnen hiermee worden toegespitst op een concreet bouwplan, wat onnodige onderzoekslasten voorkomt.
Meer weten over de gebiedsvernieuwing van Over Morgen en de toepasbaarheid van de Crisis- en herstelwet? Neem contact op met Maarten de Vries.