De grondexploitatie is het thuisland van de planeconoom. Jarenlang was dit de veilige (advies-)haven van de planeconoom. Echter het vakgebied van de planeconomie is zich versneld aan het ontwikkelen.
Met de brede introductie van het residueel rekenen in het vorige decennium werd hier de vastgoedeconomie aan toegevoegd. De kennisbehoefte verbreedde zich naar vastgoed, maar tegelijkertijd werd er ook verdieping van de bestaande (vastgoed-)kennis gevraagd. Het rekenen op normen moet steeds vaker worden verlaten voor maatwerk, niet in de laatste plaats doordat gebiedsontwikkeling complexer wordt. De relatief makkelijke (uitleg-)locaties worden schaarser en de binnenstedelijke opgaven nemen hand over hand toe.
Financiële creativiteit
De crisis heeft ons uitgedaagd om het maximale aan financiële creativiteit te ontwikkelen en toe te passen in gebiedsontwikkelingen. Het omgaan met vastgelopen contracten, flexibel en gefaseerd ontwikkelen, risico’s delen bepaalden de waan van de dag in de afgelopen jaren. En dit naast de veelal slechte boodschappen die jaar in jaar uit moesten worden gecommuniceerd via de P&C-lijnen. En momenteel worden we weer belaagd met regelgeving (BBV, VpB) die ons opnieuw uitdaagt om alles uit de kast te halen om de effecten hiervan weer te laten landen in de grondexploitaties en waar mogelijk te reduceren.
Competenties
Naast de inhoudelijke verbreding en verdieping zien we ook de (gevraagde) competenties van een planeconoom veranderen. Van goede rekenaar, naar onderhandelaar. Van de meester van de absolute uitkomst, naar schrijver en hoeder van de context waarbinnen deze cijfers moeten worden gelezen en werkelijkheid kunnen worden. Van reactief, naar meesturen in de gebiedsontwikkeling. Competenties die zelfs nu nog lang niet altijd aanwezig zijn.
Maar tijd om op adem te komen is er niet. Grondexploitaties als domein van de planeconoom is aan inflatie onderhevig. Simpelweg omdat er komende 5 tot 10 jaar steeds minder grondexploitaties zullen zijn. Partijen met een grondportefeuille zijn vooral bezig deze portefeuille te verzilveren, maar kopen niet of nauwelijks (substantieel) nieuwe gronden in. Daarnaast zien we op de langere termijn behoeften afnemen en als behoefte aan bijvoorbeeld wonen en werken zich wel manifesteert speelt deze zich veelal af binnen het stedelijk weefsel. De vraag is dan of de grondexploitatie een prominente rol speelt of dat het veel meer een transformatie opgave is van bestaand vastgoed.
Herbestemming en innovatie
Maar wat is dan the next step? De vernieuwing van gebieden gaat door. Dit gaat niet alleen over (her)ontwikkelen van gebieden en vastgoed, maar meer en meer ook over het handhaven dan wel functioneel verbeteren van wat in de huidige leefomgeving al aanwezig is. Concepten als Smartcities gaan onze samenleving meer en meer bepalen, waarbij de synergie tussen energie, bebouwing, mobiliteit, ict, kringlopen en zorg maximaal worden uitgenut.
Financieel gaat het niet alleen over met het ontwikkelen en haalbaar maken van projecten, maar het gaat juist steeds vaker over het beter laten functioneren van de bestaande omgeving en het duurzaam financieel beheersen van deze omgeving. Innovaties die op dit pad liggen zijn het verbinden van gebiedsvernieuwing met duurzaamheid, het koppelen van (sectorale) geldstromen binnen een stad, sturen op behoud van waarde dan wel het creëren van waarde en onlosmakelijk hiervan ook op de verdeling ervan.
De planeconoom zal zichzelf in de komende jaren opnieuw moeten uitvinden en moeten doorontwikkelen naar de bedrijfseconoom van de leefomgeving. Zo niet, dan wordt het een uitstervend ras. Leer van het verleden, leef in het heden en bereid je voor op overmorgen.