Als bijna 40’er zou ik mezelf toch zeker niet oud en verstokt willen noemen. Ik sport drie keer in de week, voel me fit, ben positief en enthousiast. Zo ook op mijn werk. Ook na 15 jaar werken aan ruimtelijke ontwikkeling, ben ik nog elke dag gedreven en sta ik open voor verfrissende denkbeelden. Tenminste, dat dacht ik!
Die Omgevingswet hebben we niet nodig!
Soms kan een mens zich vergissen, ik ook. Ongeveer een half jaar geleden betrapte ik mezelf op een flinke dosis argwaan ten aanzien van de Omgevingswet. Ik stond te oreren over onnodige veranderingen en een wetgever die te weinig idee heeft wat er zich op het gemeentelijke niveau afspeelt. De Wro heeft immers voldoende te bieden en maakt integraal werken al lang mogelijk. Het kost gewoon wat tijd om zo’n wet te doorgronden en de mogelijkheden ervan te ontdekken. Kortom: ik was tegen.
Uiteraard had ik nog amper iets gelezen over de voorgenomen veranderingen, maar als Wro-adept was ik er van overtuigd dat de Omgevingswet een volstrekt onzinnig project ging worden. Gezien de titel van dit blog voel je aankomen dat ik ergens van mening ben veranderd. Hoe dat komt? Ik ging me verdiepen in de wet. Ik werd gevraagd pilots te werven voor een experiment van het ministerie van I&M naar de Omgevingsvisie. En aangezien ik onder de Wro afgelopen jaren tientallen structuurvisies heb gemaakt, moest ik wel meedoen. Een mooie kans om te laten zien dat we die Omgevingswet niet nodig hadden.
Same same, but different!
Toen ik me wat meer ging verdiepen in de concept wetteksten en toelichtingen merkte ik al snel dat mijn vooringenomen beeld niet correct was. De invoering van de Omgevingswet blijkt in meerdere opzichten verschillend aan die van de Wro.
Het eerste verschil is dat de Omgevingswet geen grote stelselwijziging betreft. De nieuwe wet borduurt verder op de Wro en mag je eigenlijk ook wel de Wro 2.0 noemen. De Omgevingswet behoudt de goede eigenschappen van de Wro en gooit de slechte eigenschappen over boord.
Het tweede verschil met de Wro is dat het ministerie de implementatie meteen is gestart. Waar de Wro bij de invoering op onderdelen al weer achter de feiten aan liep, kiest het ministerie er nu voor het ijzer te smeden als het heet is. Met een breed scala aan experimenten en pilots wordt de gelegenheid geboden nu al binnen het gedachtegoed van de Omgevingswet te werken. Niet alleen een uitstekende lakmoesproef, maar ook een manier om de eindgebruikers te enthousiasmeren.
De Omgevingsvisie vraagt cultuurverandering
Binnen de Omgevingswet krijgt de omgevingsvisie de centrale rol in het sturing geven aan alle thema’s binnen de fysieke leefomgeving. De ambitie om al deze thema’s, dus ook die van bijvoorbeeld het sociale domein, bijeen te brengen en te komen tot integrale afwegingen, is voor veel gemeenten de ‘trigger’ om intern de zaken eens goed op te schudden.
Tijdens mijn gesprekken met in de pilot geïnteresseerde gemeenten ontdekte ik een breed gedragen opvatting dat een cultuurverandering noodzakelijk is. Men beseft dat de veranderende wereld om hen heen ook een verandering van organisatie en aanpak vraagt. Een verandering die leidt tot een participerende overheid met ondernemende medewerkers die op zoek gaan naar de mogelijkheden ruimtelijke ontwikkelingen te faciliteren. Uitnodigingsplanologie van binnen uit zou je het kunnen noemen. Integraliteit staat voorop en participatie met betrokken partijen is een voorwaarde. En waar begint nu zo’n proces: juist, bij de Omgevingsvisie.
Uiteindelijk schreven zich 32 gemeenten in voor de pilotstudie, waar ruimte was voor negen. Veel gemeenten werden teleurgesteld, maar gaan wel zelf aan de slag.
Over Morgen begint nu!
Het doet me deugd dat een groot aantal gemeenten vandaag wil beginnen met ‘Nu al eenvoudig beter’. In 2018 succesvol werken met de Omgevingswet is mogelijk door dit jaar te starten met een frisse visie gekoppeld aan een nieuwe manier van werken. De vraag is hoe? Daar heeft Over Morgen wel ideeën bij die zij graag met u deelt. Ik sta te popelen aan deze vernieuwing mee te doen.