Na jarenlang in Amsterdam te hebben gewoond, mag ik mij vanaf vorig jaar Utrechter noemen. In feite is de overstap niet zo heel schokkend geweest en eigenlijk wel plezierig. Los van het feit dat de huizen gemiddeld twee verdiepingen lager zijn in Utrecht dan in Amsterdam, zijn de ruimtelijke problemen vergelijkbaar. Parkeerplekken op straat zijn schaars en aan de luchtkwaliteit is nog wel het een en ander te verbeteren. Met blije verbazing las ik in dit bericht dan ook dat de gemeente Utrecht in 2020 10.000 elektrische auto’s in de stad wil hebben.
Voor de luchtkwaliteit een enorme opsteker en een mooie ruimtelijke uitdaging. En met het in beeld brengen van die ruimtelijke uitdaging houd ik mij dagelijks bezig voor onder andere de regio’s Den Haag, Rotterdam en de provincie Overijssel (zie blog proactief palen plaatsen en elektrische auto’s en glazen bollen). Aan de hand van GIS-analyses maken wij toekomstprognoses voor elektrisch vervoer en openbare laadinfrastructuur. In welke buurten verwachten wij in 2020 nu de meeste elektrische voertuigen en in welke mate dient het opladen in de openbare ruimte te worden gefaciliteerd? Door de vraagkant (met behulp van indicatoren zoals inkomen per huishouden en autobezit) te confronteren met een analyse van het parkeerareaal kan je goed in kaart brengen welke oplossing per gebied het meest wenselijk is. Door onze samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam is de invloed van de verschillende indicatoren gevalideerd, verfijnd en verder gespecificeerd. We kunnen zodoende steeds nauwkeuriger in kaart brengen wat er per wijk of buurt aan openbare laadinfrastructuur georganiseerd moet worden.
De beleidsambitie van de gemeente Utrecht gaat voor een mooie uitdaging zorgen in de publieke ruimte (zie kaart). De ruimtelijke kenmerken van de wijken maken ook dat de opgave voor de gemeente per wijk weer flink verschillend is. Hoewel we in Leidsche Rijn veel elektrische auto’s verwachten, zal een groot deel hiervan op de eigen oprit geladen kunnen worden. In het centrum van Utrecht en de vooroorlogse schil eromheen zijn de elektrische auto’s hiervoor voornamelijk aangewezen op de openbare ruimte. Daar heb je als gemeente dus een primaire opgave! Als je al deze elektrische auto’s zou willen voorzien van voldoende laadinfrastructuur op straat heb je nogal wat laadpalen nodig. Onze rekenmodellen wijzen uit dat hiervoor ca. 1.300 openbare laadpalen benodigd zijn.
Net als vier collega’s ben ik voor het laden van mijn elektrische auto afhankelijk van de openbare ruimte om deze op te laden. Bij mij om de hoek delen we nu met vijf elektrische rijders één laadpaal en dat past maar net. Ik hoop dus dat de gemeente gevolg geeft aan haar ambitie van 10.000 elektrische auto’s en er nog voldoende publieke laadpalen bij plaatst. Het is immers bij ons in de straat al dringen geblazen…!