Nieuwe technologieën zijn voor veel mensen eng, spannend, passen niet in hun wereldbeeld en zorgen ervoor dat ze hun gedrag moeten veranderen. Als adviseur duurzame mobiliteit ben ik veelal bezig met uitleggen waarom de vele veranderingen die we in mobiliteit zien, niet zo eng zijn als ze lijken en vaak geen bedreiging vormen maar een kans. Elektrische auto’s worden daarbij het meest met scepsis ontvangen. De batterijen zijn te klein. Er zijn te weinig laadpalen. Er zijn te weinig modellen. “Waarom stopt de overheid überhaupt zoveel geld in een techniek die nog niet uitontwikkeld is”? Enerzijds door de directe winst op het gebied van luchtkwaliteit en milieu, maar misschien nog wel belangrijker: ervaring opdoen.
Sinds kort ben ik nu zelf een dagelijkse elektrische rijder en dat is best een ervaring. De afgelopen maanden heb ik wel vaker in elektrische auto’s (van collega’s of een leenauto), rondgereden. Een eigen elektrische auto is voor mij nieuw en door mijn gebrek aan ervaring ook wel spannend. In één week tijd heb ik vaak geroepen hoe lekker een elektrische auto rijdt, 1000 kilometer afgelegd, vijf keer snelgeladen. Maar ook verzucht dat ik niet kon laden door een bezineauto op ‘mijn’ plekje en dat ik tweemaal mijn kabel niet uit de laadpaal kreeg. Ik heb zelfs één keer ECHT ervaren wat range anxiety is…
Met een halfvolle accu vertrok ik vrijdag vanuit Utrecht naar mijn ouders in Leiden. 15 kilometer speling zou toch voldoende moeten zijn en ik was zo naïef te denken dat ik wel wist hoe je zuinig moest rijden als het er echt op aan kwam. De rit over de A12 ging voorspoedig en die 15 kilometer marge bleef ook goed staan. Het moment dat ik echter rechtsaf de N11 op draaide begon het echte probleem en ontdekte ik een fenomeen dat funest is voor je range als je richting de kust rijdt: “Westerstorm”.
Met windkracht 10 recht op de neus werd ik niet alleen bijna van de weg geblazen, het bleek ook dodelijk te zijn voor mijn marge die zienderogen achteruit holde. Toen ik Leiden in reed kwam de mededeling dat de accu van mijn Nissan Leaf leeg was. Mijn navigatiesysteem had een laadpaal gevonden in de buurt, maar die bleek bij aankomst niet te bestaan. Gelukkig was het bedrijf dat aan dit parkeerterrein verbonden was nog open en met een verlengsnoer door het raam kon ik nog een beetje stroom bijtanken om de laatste 3 kilometer naar mijn ouders te redden.
Die hadden er uiteraard wel een hoop plezier in dat ik al binnen een week met een lege accu was komen te staan. Het bleek ook een goede aanleiding voor een storm aan prachtige anekdotes over de vele keren dat zij langs de weg stil waren komen te staan toen ze mijn leeftijd hadden. “Wij stonden echt altijd met panne langs de kant van de weg en om een of andere reden was dat altijd in de stromende regen”. Vele anekdotes volgden over verschillende mankementen waardoor je met pech langs de weg kwam te staan. Dat is met de jaren steeds minder geworden en mijn ouders zagen daarin een hoop parallellen met de huidige problemen van elektrische auto’s. Die verdwijnen vanzelf met tijd en ervaring.
En die ervaring komt. Niet alleen in de fabriek waar laadpalen, accu’s en auto’s continue worden verbeterd, maar vooral op straat. Door veel elektrische auto’s op de weg te zetten krijg je gebruikservaring. Hoe is het nou écht om elektrisch te rijden? Door mijn Westerstorm avontuur, ben ik ervan overtuigd geraakt dat gebruikservaring essentieel is om het elektrisch rijden verder te brengen.
En als één van mijn toekomstige kinderen over een jaar of 30 met pech langs de weg staat dan kan ik hem of haar in ieder geval geruststellen met mooie anekdotes over de tijd dat we pas net elektrisch reden, accu’s nog met kabels aan laadpalen werden geladen en dat de Westerstorm funest was voor de afstand die je met je auto kon rijden. Tot die tijd ga ik vooral genieten van de ervaring die ik op doe.