‘Zonnevelden zijn sexy!’ Zo introduceerde mijn collega Jan Jaap Wesselink zich tijdens onze kennismaking een paar maanden geleden. Nu kende ik de zonnevelden uit Duitsland, maar had ik nog niet direct die associatie gemaakt. Als je echter het nieuws volgt, kom je al snel tot de ontdekking dat Jan Jaap gelijk heeft. Een greep uit het nieuws levert de volgende resultaten op:
- De gemeente Zutphen realiseert een zonneveld van 3,5 hectare op een braakliggend terrein.
- In de gemeente Bronckhorst komt een solarpark met 10.000 collectoren.
- En één van de meest sexy bedrijven in de wereld, Apple investeert 750 miljoen euro in een zonnepanelenpark in Californië.
Steeds meer partijen zijn geïnteresseerd in het realiseren van zonnepanelen op de grond. Het gaat dan niet alleen om particulieren of ondernemers die op kleine schaal zonnepanelen willen plaatsen om in hun eigen energievoorziening te voorzien, maar ook om projectontwikkelaars die met grootschalige veldopstellingen willen leveren aan het net. Initiatieven die in de tijd van klimaatdoelstellingen en energietransitie zouden moeten kunnen rekenen op operationele steun van de overheid.
Regelgeving grootste obstakel
Opvallend is echter dat er amper provincies of gemeenten zijn die een stimulerend beleid voeren ten aanzien van zonnevelden. De meeste provinciale verordeningen en bestemmingsplannen bieden geen mogelijkheden om direct op kleine of grote schaal zonnevelden te realiseren. Doordat specifiek beleid ontbreekt, krijgen initiatiefnemers niet alleen te maken met een kostbare bestemmingsplanprocedure, maar ook met een uitgebreid ruimtelijk afwegingsproces. Een zonneveld realiseren wordt daarmee een tijdrovend traject.
Gevraagd naar de redenen, blijkt dat diverse gemeenten en provincies domweg achter lopen met de beleidsvorming op dit thema. Inhoudelijk gezien vormt de landschappelijke impact en het mogelijke verlies aan goede landbouwgrond de voornaamste zorg. Daarnaast heerst de opvatting dat allereerst de capaciteit op daken benut moet worden.
Omslag in houding nodig
Uiteraard zijn dit aspecten om rekening mee te houden. Maar vormen ze ook echt een probleem? Volgens mij is dat niet het geval. De urgentie van energietransitie is dermate groot dat het tijd wordt voor een omslag in het denken over zonnevelden. We kunnen niet langer wegkijken van zonnevelden en moeten de volgende stap zetten door van het nee-tenzij-principe, over te gaan naar het ja-mits-principe. Zonnevelden moeten kunnen op plekken zonder bijzondere landschapswaarden. De afweging of het plaatsen van zonnepanelen op de grond waardevol genoeg is, kunnen wij aan grondeigenaren zelf over laten. Goede landbouwgrond zal echt niet snel worden ingezet, dat regelt zichzelf. Maar waar kansen op dubbel ruimtegebruik zich voordoen, worden ze benut. Deze initiatieven verdienen de ruimte en de overheid mag dit ondernemerschap niet remmen door te verwijzen naar de buurman die niet bereid is zijn dak vol te leggen met zonnepanelen.
Durf gevraagd
Het is dus tijd om aan de slag te gaan. Een overheid die pretendeert te willen uitnodigen en faciliteren, moet in staat zijn snel en adequaat te reageren op de beweging die gaande is op het vlak van zonnevelden. Het vraagt ambitie en lef om regels te versoepelen. Welke provincie of gemeente durft met ons die ruimte te creëren?