Lopend over de internationale autobeurs in Frankfurt (IAA) valt het me op dat ieder groot automerk inmiddels “iets” met elektrisch doet. Er is bijna geen automerk zonder plug-in hybride of elektrische auto op de stand. Er zijn echter verschillen in de wijze waarop fabrikanten omgaan met de introductie van een nieuwe generatie volledig elektrische auto’s.

Elektrische varianten op reguliere modellen

De eerste “stroming” bestaat uit autofabrikanten die elektrische varianten van hun reguliere modellen maken. Belangrijke vertegenwoordigers van deze aanpak zijn Audi (Etron) en Volkswagen (E). De E-up en de E-golf bijvoorbeeld, onderscheiden zich in weinig van hun “benzinebroeders”. Het zijn modellen waarbij de motor en de transmissie vervangen zijn door een elektromotor en batterijen.

In het interieur van deze modellen is dus ook weinig gebruik gemaakt van de extra ruimte die ontstaat door een kleinere aandrijflijn en motor. Eigenlijk rijd je een “gewone” auto, maar dan elektrisch.

Een nieuw elektrisch merk ontwikkelen

Autofabrikanten die een nieuw elektrisch “merk” naast hun reguliere modellijnen creëren vormen de tweede groep. Belangrijke voorbeelden van deze aanpak zijn Renault (ZE) en BMW (i serie). Op de IAA was ruim de helft van de BWM stand ingeruimd voor de introductie van de i3 en de i8. De BMW i3 is vanaf de grond af ontworpen als elektrische auto.  Het doel was om de i3 zo licht mogelijk te houden. Daarom heeft BMW een compleet nieuw productieproces voor koolstofvezel ontworpen. De volledige koets van de i3 is daarvan gemaakt; iets wat voorheen aan dure sportauto’s was voorbehouden. Ondanks een “batterypack” van 230 kg heeft BMW het gewicht van de i3 tot 1200 kg weten te beperken.

Het interieur van de i3 maakt optimaal gebruik van de afwezigheid van een transmissietunnel en bevat natuurlijke, liefst hergebruikte materialen. Voor de i3 werd een compleet nieuwe verkooporganisatie opgezet. Getraind op de verkoop van elektrische auto’s. Ook denkt BMW na over connectiviteit en slimme apps om de berijder te ondersteunen.

Een nieuw automerk ontwikkelen

Sommige fabrikanten grijpen elektrisch vervoer aan om een compleet nieuw automerk in de markt te zetten. Tesla, van wonderboy Elon Musk, levert pas auto’s sinds 2008. Desalniettemin is de beurswaarde van Tesla op dit moment een derde van die van Ford. Je kan je dus voorstellen wat een stormachtige groei het merk heeft doorgemaakt.

De strategie van Tesla met betrekking tot EV is er een voor de schoolboekjes. De eerste auto van Tesla was de Roadster. Een aansprekende kleine sportauto met duizelingwekkende prestaties. Alleen beschikbaar voor de happy few. De Roadster moest zorgen voor een omslag in het denken over elektrisch vervoer. De opvolger, het Model S, is de auto die alles biedt, maar nog wel voor een hoge prijs. De beter gesitueerden die een Model S aanschaffen hebben dan wel een 7-zits sedan, met sportauto prestaties, 500km range en de allernieuwste technologie. Het model X, verkrijgbaar vanaf 2014, is de SUV van Tesla. Praktisch gebruiksgemak in een aansprekende koets met vleugeldeuren. Na het model X wordt de goedkope elektrische auto, de “golf” of “focus” van Tesla, geïntroduceerd (grappenmakers hopen op de model E).

Compleet nieuwe merken, aparte elektrische modellijnen of “omgebouwde” benzinemodellen. Het is goed dat fabrikanten verschillende aanpakken hanteren. Zo kunnen we bekijken wat het beste werkt.

Over Morgen- werkt actief mee aan de introductie van Elektrisch Vervoer in Nederland. Zo zijn we verantwoordelijk voor de implementatie van EV in Den Haag. Over Morgen kent, naast Gerwin, een groeiend aantal elektrische rijders.

Gepubliceerd: 19-09-2013